script schrijven

script schrijven
stappenplan
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

script schrijven
stappenplan

Slide 1 - Slide

1. Bepaal je doel



a. Wat wil je bereiken met de video? (informatie delen, entertainen, verkopen, etc.)
b. Wie is je doelgroep (leeftijd, interesses, etc.)








Slide 2 - Slide

2. Kies een onderwerp

a. Wat is het centrale thema van je video?
b. Hoe sluit het onderwerp aan bij de interesses van je doelgroep?

Slide 3 - Slide

3. Maak een outline (verhaallijn, korte samenvatting)
a. Introduceer het onderwerp. Zorg dat je de aandacht van de kijker trekt.
b. Hoofdinhoud: verdeel de kern van je boodschap in duidelijke secties.
c. Conclusie: herhaal de belangrijkste punten en sluit af met een “call-to-action”.

Slide 4 - Slide

4. Schrijf het script. Gebruik hierbij de outline van punt 3 als leidraad. Houd rekening met het volgende:
a. Taalgebruik: gebruik een informele en toegankelijke toon, tenzij je doelgroep anders is.
b. Duur: Houd rekening met de tijd die je hebt. Een minuut video is ongeveer 150-200 woorden. Geef bij iedere scène aan hoe lang deze duurt.
c. Geef in je script aan wanneer er visuele aanwijzingen (beelden, geschreven tekst etc.) moeten verschijnen.
d. Dialoog en stemgebruik: schrijf zoals je spreekt. Gebruik korte zinnen en let op de interpunctie (punten, komma's, aanhalingstekens etc...)

Slide 5 - Slide

interpunctie:
dubbele punt
punt komma
aanhalingstekens

Slide 6 - Slide

dubbele punt
Om tekst die letterlijk gezegd is in te leiden.
Jan zei: ‘Kira regelt al het lekkers voor vanavond’.

Om een opsomming of verklaring in te leiden.
Joris heeft drie katten: Mila, Jop en Maya.
Marga kan nu niet vergaderen: ze is gevallen en moet even naar de dokter.




Slide 7 - Slide

puntkomma
Je gebruikt een puntkomma bij opsommingen. 



Het voordeel van in de stad wonen is:
- dat je geen auto nodig hebt om leuke dingen te doen;
- dat je winkels en restaurants in de buurt hebt;
- dat openbaar vervoer goed geregeld is.

Je ziet in bovenstaand voorbeeld dat je een puntkomma plaatst na ieder deel van de opsomming, behalve na de laatste zin. Hier plaats je een punt om aan te geven dat de opsomming klaar is.





Slide 8 - Slide

aanhalingstekens
Om een citaat  weer te geven. Dit kan op verschillende manieren:




1. Een hele zin citeren
Een nieuwslezer maakte laatst de grap: “Waarom is het coronavirus hier in enkele dagen, terwijl mijn bestellingen bij Ali Express en Wish er maanden over doen?”
“Ik houd niet van spruiten”, zei ik.
2. Een deel van een zin is geciteerd
Straks is alles weer “gewoon normaal”, sprak de minister uit.
3. Een onderbroken citaat
“Waarom”, wilde mijn moeder weten, “ga je naar zo’n gevaarlijk land?”













Slide 9 - Slide

Je gebruikt enkele aanhalingstekens:
- om duidelijk te maken dat je een woord ironisch (spottend) bedoelt;
Carla heeft weer eens een ‘echte man’ aan de haak geslagen.

- om titels weer te geven;
Bekende reistijdschriften die ik lees zijn: ‘Columbus’ en ‘Lonely Planet’.

- om duidelijk te maken dat het om een zelfbedacht woord gaat.
Nederland is een echte ‘thuiswerkeconomie’ geworden.

Slide 10 - Slide

Motile
Module: script schrijven interpunctie 1

Slide 11 - Slide