week 38

2D
+ lees in je leesboek
+ leesmeters noteren
+ uitleg regelmatige werkwoorden en samengestelde zinnen
+ aan de slag met Spelling 5.4, deel B
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

2D
+ lees in je leesboek
+ leesmeters noteren
+ uitleg regelmatige werkwoorden en samengestelde zinnen
+ aan de slag met Spelling 5.4, deel B

Slide 1 - Slide

regelmatige werkwoorden
+ regelmatige werkwoorden zijn zwakke werkwoorden
+ ze veranderen NIET van klank
voorbeeld: werk, werkte

Slide 2 - Slide

samengestelde zinnen
+ 1 zin = 1 pv + 1 ow
+ 2 zinnen = 2 pv + 2 ow
+ voegwoord/komma
Ik ben naar de dierentuin geweest en ik heb snoep gekocht.

Slide 3 - Slide

aan de slag
+ ga aan de slag met Spelling 5.4, deel B

Slide 4 - Slide

M3A
+ lees in je leesboek
+ leesmeters noteren
+ afronden Spelling 1.4, deel B en C
+ uitleg interpunctie

Slide 5 - Slide

interpunctie
+ komma's, punten, deeltekens en aanhalingstekens vallen onder interpunctie
+ interpunctie zorgt ervoor dat je teksten leesbaar zijn

Slide 6 - Slide

komma
+ een komma zorgt voor een pauze in de zin
+ een komma zet je tussen delen van een opsomming:
Ik kocht twee paprika's, vijf komkommers en een krop sla.
+ je zet een komma tussen twee pv's
een komma VOOR een voegwoord:
Ik vind dat onzin, omdat ik geen geld heb. 

Slide 7 - Slide

punt
+ met een punt sluit je een zin af
+ na een punt komt een hoofdletter

Slide 8 - Slide

puntkomma; 
+ een puntkomma komt vaak voor een opsomming, net als een dubbele punt :
Ik zag diverse dieren; lama's, koeien en varkens.

Slide 9 - Slide

"aanhalingstekens"
+ aanhalingstekens gebruik je om een letterlijke tekst weer te geven, een citaat:
 Jan zei: "Ik ga dat nooit doen!"
+ enkele aanhalingstekens gebruik je om aan te geven dat iets sarcastisch bedoeld is: 
Hij gaf zijn 'nieuwe' auto een flinke poetsbeurt.

Slide 10 - Slide

deeltekens
+ een deelteken gebruik je op een klinker (a, e, u, o of i)
+ een deelteken zorgt ervoor dat een woord beter leesbaar is:
dietist of diëtist

Slide 11 - Slide

Als je jezelf goed verzorgt, dan heb je een goede ...
A
hyena
B
higiene
C
hygiene
D
hygiëne

Slide 12 - Quiz

Kun jij nog meer woorden bedenken met een trema/deelteken?

Slide 13 - Mind map

En wanneer gebruik je ook alweer een komma?

Slide 14 - Open question

MT3D
+ lees in je leesboek
+ leesmeters noteren
+ afronden Spelling 1.4, deel B en C
+ uitleg interpunctie

Slide 15 - Slide

Als je jezelf goed verzorgt, dan heb je een goede ...
A
hyena
B
higiene
C
hygiene
D
hygiëne

Slide 16 - Quiz

Kun jij nog meer woorden bedenken met een trema/deelteken?

Slide 17 - Mind map

En wanneer gebruik je ook alweer een komma?

Slide 18 - Open question