Metaalbinding en ionbinding

Metaalbinding en ionbinding
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Metaalbinding en ionbinding

Slide 1 - Slide

Metalen 
  • Bestaan uit metaalatomen -> links in Periodiek systeem

  • Metalen hebben een simpele stapeling van atomen (vast)
  • = Metaal rooster

  • Gemeenschappelijke eigenschap
  • = Geleiding van elektriciteit

Slide 2 - Slide

Metaalrooster 
  • De atoomkernen laten de valentie-elektronen 'vrij',
  • => de atoomrest veranderen in positieve ionen.

  • De geladen deeltjes (losse elektronen + atoomresten) trekken elkaar aan
  • => ontstaat een metaalbinding

Slide 3 - Slide

Metaalbinding 
  • Metaalbinding is de aantrekking tussen de losse elektronen + atoomresten

  • De vrije elektronen zorgen ervoor dat metalen (s) stroom geleiden
  • Metalen (l) zorgen de metaalionen  én de vrije elektronen voor geleiding

  • Deze binding is vrij sterk 
  • => Daarom hebben de metalen een hoog smeltpunt.

Slide 4 - Slide

Metaalbinding
Is een metaalbinding sterk of zwak?
       ->Zeer sterke binding 
Hoe kan dat?
       -> De negatieve elektronen en                   positieve atoomresten trekken             elkaar als magneten aan


Slide 5 - Slide

Metalen harder maken

Grotere atomen toevoegen:


- metaal atomen: legering

- niet-metaal atomen:
voorbeeld ijzer + koolstof: - beetje koolstof: staal

                                                        - veel koolstof:gietijzer

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zout 
  • Bestaat uit metaal-ion (positief) & niet-metaal-ion (negatief)

  • Zouten zijn ook een stapeling van ionen (vast)
  • = Ionrooster

  • + en - ionen wisselen elkaar af 

Slide 8 - Slide

Ionrooster  


  • Positieve en negatieve ladingen trekken elkaar aan

  • Aantrekkingskracht tussen de negatieve en positieve ionennoem je de ionbinding

Slide 9 - Slide

Ionbinding 
  • Vaste zouten geleiden niet: ionen zitten op vaste plek
  • In vloeibare en opgeloste fase is deze vaste plaats weg en kunnen de ionen vrij bewegen en dus stroom geleiden


  • Deze binding is zéér sterk 
  • => Daarom hebben zouten altijd een hoog smeltpunt.

Slide 10 - Slide

Hoe kun je stoffen herkennen?
Bij formules van stoffen:
  • Metalen: metaal atomen
  • Zouten: metaal + niet-metaal atomen
  • Moleculaire stoffen: niet-metaal atomen
Binas99
de gele atomen zijn metalen
de rode atomen zijn niet-metalen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Geleiden van elektrische stroom als:
- er moeten geladen deeltjes zijn EN
- deze geladen deeltjes moeten vrij kunnen bewegen

  • Metalen: geladen deeltjes (elektronen) en bewegen altijd vrij. Dus altijd geleiding.
  • Zouten: geladen deeltjes (ionen), maar bewegen alleen als ze zijn opgelost of in de vloeibare fase. Dus geleiding alleen als opgelost of in vloeibare fase.
  • Moleculaire stoffen: bestaan uit niet-metalen, dit zijn ongeladen deeltjes. Dus GEEN geleiding.

Slide 13 - Slide

Welke binding wordt verbroken bij verdampen van pentaan.
A
atoombinding
B
vanderwaalsbinding
C
waterstofbrug
D
ionbinding

Slide 14 - Quiz

Welke stof heeft het laagste kookpunt?
A
pentaan
B
zink
C
zinkchloride
D
pentaan-1-ol

Slide 15 - Quiz

Welke bindingen worden verbroken bij verbranden van magnesium?
(2 Mg + -> 2MgO)
O2
A
vanderwaals en metaal
B
alleen metaal
C
ion
D
metaal en atoom

Slide 16 - Quiz

Welke bindingen worden verbroken bij elektrolyse van water

(2 H2O (l) -> O2 (g)+ 2 H2(g))
A
atoom, vanderwaals, waterstofbrug
B
atoom
C
atoom,waterstofbrug
D
vanderwaals, waterstofbrug

Slide 17 - Quiz