Theorie herhalen voor SE 3 h4 h 5 h6

Economie Theorie  quiz 

H4, H5 en H6 

Basis 4 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Economie Theorie  quiz 

H4, H5 en H6 

Basis 4 

Slide 1 - Slide

Wat is de arbeidsmarkt? Kies het juiste antwoord.
A
Het aantal banen waarvoor werk gezocht wordt.
B
Het aantal vacatures waarvoor mensen worden gezocht.
C
Het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.

Slide 2 - Quiz

In de ................ staat dat je tijdens je werk recht op pauze hebt.
A
arbeidstijdenwet
B
arbeidsomstandigheden wet

Slide 3 - Quiz

Werkloosheid is een probleem.
Niet alleen voor de mensen die zelf werkloos zijn, maar ook voor alle andere mensen in de samenleving. Verklaar waarom werkloosheid ook negatieve gevolgen heeft voor andere mensen.

Slide 4 - Open question

Het gaat weer beter met de werkgelegenheid. Na jaren van crisis besteden

consumenten meer geld. De werkloosheid daalt.

Hoe noem je de werkloosheid die daalt doordat consumenten meer besteden?
A
conjuncturele werkloosheid
B
regionale werkloosheid
C
structurele werkloosheid
D
seizoenswerkloosheid

Slide 5 - Quiz

Als de overheid de btw ......, , worden producten goedkoper.
A
verlaagt
B
verhoogt

Slide 6 - Quiz

De ............ geeft regels om veilig je werk te doen.
A
arbeidstijdenwet
B
arbeidsomstandigheden wet

Slide 7 - Quiz

Geef een voorbeeld van een financieel gevolg van werkloosheid.

Slide 8 - Open question

Consumenten kunnen dan ........... kopen voor hetzelfde geld.
A
meer
B
minder

Slide 9 - Quiz

GEEF een voorbeeld van sociale gevolg van werkloosheid.

Slide 10 - Open question

“Goederen worden eerst ingevoerd en meteen weer doorverkocht aan het buitenland.”

Slide 11 - Open question

Een Nederlandse veevoerhandelaar krijgt geld van de overheid als hij veevoer naar Zuid-Afrika uitvoert. Hier is sprake van
A
invoerrechten
B
exportsubsidie
C
contingentering

Slide 12 - Quiz

Een bedrijf dat fietsen uit China importeert, betaalt een importheffing van 18%. Hier is sprake van
A
invoerrechten
B
exportsubsidie
C
contingentering

Slide 13 - Quiz

De Schoenengigant mag geen schoenen uit Vietnam meer kopen omdat dit jaar het Europese maximum bereikt is. Hier is sprake van
A
invoerrechten
B
exportsubsidie
C
contingentering

Slide 14 - Quiz

“Het aanbod van arbeid is groter dan de vraag ernaar ” .
A
werkloosheid
B
beroepsbevolking
C
arbeidsmarkt
D
werkgelegenheid

Slide 15 - Quiz

Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland”
A
begroting
B
betalingsbalans
C
exporteren
D
internationale balans

Slide 16 - Quiz

In de Europese Unie is er één markt. Polen is ook lid van de EU. Veel Polen werken in Duitsland en Nederland. Waarom mag dit? Kies het juiste antwoord.
A
In de EU is er vrij verkeer van goederen en diensten.
B
In de EU is er vrij verkeer van kapitaal.
C
In de EU is er vrij verkeer van personen.

Slide 17 - Quiz


Een oorzaak van de armoede in Malawi is dat zo weinig inwoners een schoolopleiding hebben gehad. Leg uit dat de welvaart in een land kan toenemen als meer mensen daar naar school kunnen.

Slide 18 - Open question

Wat zijn voorbeelden van noodhulp?

A
Medicijnen, mobiel en onderdak
B
Voedsel, onderwijs en speelgoed
C
Medicijnen, voedsel en speelgoed
D
Voedsel, medicijnen en onderdak

Slide 19 - Quiz

Noodhulp is ....
A
voor korte tijd.
B
voor langere tijd.

Slide 20 - Quiz

Wat is structurele hulp aan ontwikkelingslanden?
A
Hulp aan ontwikkelingslanden met een duidelijk boodschap voor die landen.
B
Hulp aan ontwikkelingslanden met als doel meer structuur in hun infrastructuur te creëren
C
Hulp aan ontwikkelingslanden met het doel dat deze landen op lange termijn economisch zelfstandiger worden
D
Hulp aan ontwikkelingslanden met het doel dat deze landen op korte termijn economisch geholpen worden

Slide 21 - Quiz

Wat zijn kenmerken van een ontwikkelingsland?

Slide 22 - Open question

Hoe noem je de organisatie die boeren in ontwikkelingslanden helpt door ze een eerlijke prijs voor hun producten te bieden?
A
WTO
B
Fairtrade
C
EMU
D
Infrastructuur

Slide 23 - Quiz

Aan het werk
Maken herhalingsopgaven van 
H 5  vraag 
H 6  vraag 

Slide 24 - Slide