Stunde 11: Tiere (2)

Stunde 11: Tiere (2)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Stunde 11: Tiere (2)

Slide 1 - Slide

Was lernen wir?
- Grammatik: ik kan de regelmatige/zwakke werkwoorden juist vormen.
- Wortschatz: ik kan woorden rondom het thema 'Tiere' noemen en schrijven.

Slide 2 - Slide

5.1+5.2
- Voor 5.1 en 5.2: 
Aan de slag met Quizlet: havo/vwo leerjaar 1 Kapitel 4 Lernliste N-D
- Voor 5.3:
Spreekopdracht 'Vlog' 

Slide 3 - Slide

Uitleg regelmatige/zwakke werkwoorden

Slide 4 - Slide

Hoe zit het in het Nederlands?
- maken:
ik maak – jij maakt - hij maakt – wij maken – jullie maken – zij maken
ik heb gemaakt

In het Nederlands vervoegen we werkwoorden: ze krijgen een uitgang. Het Duits kent ook uitgangen.

-Ter vergelijking: machen
ich mache – du machst – er/sie/es/man macht – wir machen – ihr macht – sie/Sie machen
ich habe gemacht


Slide 5 - Slide

Regel zwakke werkwoorden
In een sommetje:
hele werkwoord – en + uitgang = persoonsvorm

Bijvoorbeeld: de jij-vorm van wohnen
wohnen – en + st = wohnst


ich: 
-e
du:
-st
er, sie, es:
      -t
wir:
-en
ihr:
-t
sie, Sie:
-en
stam van het werkwoord: wohn-
wohnen

Slide 6 - Slide

Regel zwakke werkwoorden
Een handig ezelsbruggetje voor de uitgangen: feesttenten
(fe) e st t en t en

Slide 7 - Slide

Kombiniere die Personalpronomen mit den Verben.
wohne
wohnen
wohnt
wohnst
wohnt
wohnen
ich
du
ihr
er, sie, es
wir
sie, Sie

Slide 8 - Drag question

Wat is de ik/ich-vorm van 'spielen'
A
spiele
B
spielt
C
spielen
D
spielst

Slide 9 - Quiz

Wat is de jij/du-vorm van 'machen'?
A
mache
B
macht
C
machen
D
machst

Slide 10 - Quiz

Wat is de jullie/ihr-vorm van 'streicheln'?
A
streichele
B
streichelt
C
streicheln
D
streichelst

Slide 11 - Quiz

Üben
5.1: Quizlet: Grammatica: regelmatige werkwoorden
5.2+5.3: Arbeitsblatt Schwache Verben

Slide 12 - Slide

Hausaufgaben
Voor iedereen:
- Quizlet: Grammatica: regelmatige werkwoorden
Voor 5.2 en 5.3:
- Arbeitsblatt Schwache Verben

Slide 13 - Slide