les 4

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • laptop (dicht) + schrift + etui
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • laptop (dicht) + schrift + etui

Slide 1 - Slide

Wie is aanwezig?
Huiswerk niet af of geen spullen bij?  Geef dit aan als ik je naam roep!

Slide 2 - Slide

Wat staat op de planning?
- online opdrachten af???
-werkwoorden vervoegen
- vraagwoorden herhalen
- Zelfstandig naamwoord vervangen
- opdrachten maken in de les

Slide 3 - Slide

opdrachten af????

Slide 4 - Slide

Vervoeg het werkwoord heißen

Slide 5 - Mind map

Vervoeg het werkwoord lernen

Slide 6 - Mind map

Vraagwoorden

Slide 7 - Slide

Fragewörter = Vraagwoorden
We hebben in hoofdstuk 1 vraagwoorden geoefend. 
Je kent er vast nog wel een paar.
Bedenk voor jezelf welke je nog kent.

Slide 8 - Slide

Welke Duitse vraagwoorden ken je nog?

Slide 9 - Open question

De vraagwoorden: Lees ze door
NE
DU
waarom
warum
wie
wer
wat
was
waar
wo
waarheen
wohin
waarvandaan
woher
hoe
wie
wanneer
wann
welke
welche
De vraagwoorden:

Oefen ze nog een keer, je hebt ze zo nodig in de quiz
timer
5:00

Slide 10 - Slide

________ kommst du morgen? Um halb 10
A
wer
B
wie
C
wann
D
woher

Slide 11 - Quiz

_______ Musik magst du?
A
was
B
wie
C
welche
D
wohin

Slide 12 - Quiz

_______ hast du das gemacht?
A
wann
B
warum
C
wohin
D
woher

Slide 13 - Quiz

______ kommst du? Aus Frankreich
A
woher
B
wohin
C
warum
D
welche

Slide 14 - Quiz

maak opdrachten online:
  • 1.5 opdracht 8 
  • 1.6 opdracht 1 

timer
10:00

Slide 15 - Slide

persoonlijk voornaamwoord 
Ieder zelfstandignaamwoord kan vervangen worden door een persoonlijk voornaamwoord! 

Je kijkt dan altijd naar het geslacht van het zelfstandig naamwoord


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

zelfstandig en stil werken:
Online:
2.2 opdracht 9 / 10 / 11
timer
20:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

persoonlijk voornaamwoord 
Voorbeeld:
1. Der Ball rollt  = _________ rollt. 
2. Die Frau ist schön = _________ ist schön. 
3. Das Essen ist lecker = _________ ist lecker. 
4. Die Olympische Spiele sind erfolgreich = ______ sind erfolgreich.



Slide 20 - Slide