'Trucje' in de tegenwoordige tijd
Gebruik het werkwoord 'LOPEN'
Ik loop, jij loopt, hij/zij/het loopt, wij/jullie/zij lopen
je hoort dan of je een t moet schrijven of niet.
Let op: bij een werkwoord met een stam op een -d komt er nog een t achter! VB: vinden, bieden, houden, worden.