§4 Onbepaald voornaamwoord

Onbepaald voornaamwoord
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onbepaald voornaamwoord

Slide 1 - Slide



Onbepaald voornaamwoord
Je leert: onbepaalde voornaamwoorden herkennen.

Een onbepaald voornaamwoord verwijst naar iets vaags. Dat kunnen personen of dingen zijn.

Slide 2 - Slide

Onbepaald voornaamwoord
Onbepaalde voornaamwoorden zijn onder andere: 
iets, niets, iemand, niemand, alles, men, wat elk, ieder(een).  
 
Een onbepaald voornaamwoord verwijst dus naar iets vaags. Dat kunnen personen of dingen zijn. 

Slide 3 - Slide

Onbepaald voornaamwoord

Slide 4 - Slide

Onbepaald voornaamwoord: 
de verschillen met andere voornaamwoorden

Slide 5 - Slide

Welke zin heeft geen onbepaald voornaamwoord?
A
Niemand weet wat er aan de hand is.
B
Wat is er aan de hand?

Slide 6 - Quiz

Onbepaald voornaamwoord:
A
daar
B
wie
C
verder
D
men

Slide 7 - Quiz

Welk woord is geen onbepaald voornaamwoord?
A
men
B
ergens
C
derde
D
iets

Slide 8 - Quiz

Niemand vertelt mij iets!

Het onbepaald voornaamwoord is...
De onbepaalde voornaamwoorden zijn..
A
Niemand en mij
B
Mij en iets
C
iets
D
Niemand en iets

Slide 9 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van de onbepaalde voornaamwoorden?
A
deze, dit, die, dat
B
iets, niets, iemand, alles
C
die, dat, wat, wie
D
wie, wat, welke, wat voor (een)

Slide 10 - Quiz

Drie lastige gevallen: je, het en wat
* 'je' is onbep. vnw als het men betekent ==> Je (men) moet omrijden, 
    want de brug is afgesloten
* 'het' is onbep. vnw als het niet naar een of meer andere woorden verwijst,
    maar tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft. 
    Het is avond en het regent, maar het is niet koud buiten.
* 'wat' is onbep. vnw als het iets betekent ==> Kun jij ook wat (iets) meenemen voor de lunch?

Slide 11 - Slide

Maken in je schrift:
Opdracht 3. We kijken de opdracht klassikaal na; daarna gaan jullie aan het werk met een kruiswoordpuzzel.
                                     rede/reden
                            conference/conferentie





Slide 12 - Slide