Les 1 - Een gesprek in het algemeen

Les 1 - Een gesprek in het algemeen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Begeleiden en coachenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 1 - Een gesprek in het algemeen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
Week 1: Algemeen een gesprek voeren
Week 2: Maak kennis
Week 3: Motivational interviewing
Week 4: Oefenen met gesprekken
Week 5: Oefenen met gesprekken
Week 6: Oefenen met gesprekken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen cursus
  • De student kan een voedingsanamnese uitvoeren;
  • De student beheerst het stellen van diverse vragen om correcte en volledige informatie in te winnen;
  • De student houdt rekening met de situatie en gevoelens van de gesprekspartner;
  • De student kan een vast format voor voedingsanamnese hanteren en volledig invullen;
  • De student kan een adviesgesprek voeren;
  • De student weet hoe een gedragsverandering bereikt kan worden;
  • De student (her)kent de de fasen van gedragsverandering;
  •  De student kan onderzoeken in welke fase van gedragsverandering iemand zich bevindt;
  • De student kan iemand begeleiden naar de volgende fase(n) door de juiste interventie toe te passen;
  • De student kan diverse motivatietechnieken inzetten (motivational interviewing);
  • De student kan een motivatiegesprek voeren;
  • De student kent diverse evaluatietechnieken;
  • De student kan een evaluatiegesprek voeren.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen vandaag
  • Jij kent de verschillende onderdelen van een begeleidingstraject;
  • Jij kunt benoemen uit welke onderdelen de intake bestaat;
  • Jij kunt het doel van de intake formuleren;
  • Jij kunt inschatten of een behandeling veilig is (pluis of niet pluis); 
  • Jij kunt toelichten wat het belang van goede vragen stellen is;
  • Jij kunt de gevolgen van slechte vragen benoemen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij het voeren van een gesprek?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Het begeleidingstraject

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

DE INTAKE

Slide 7 - Slide

Ben jij weleens bij een hulpverlener geweest?
Wat was de opbouw van een gesprek?
Wat was het doel van het eerste gesprek?
Wat vind jij prettig als je met iemand in gesprek bent? 

Intake
Doel:  het 'probleem' in kaart brengen en informatie verzamelen

Bestaat uit de volgende onderdelen:
  1. Kennismaking en goede relatie opbouwen;
  2. Anamnese;
  3. Afronding.

Gehele gesprek = screenen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

1. Kennismaking en een goede relatie opbouwen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2. Anamnese
Doel: inzicht krijgen in het 'probleem' in relatie tot de hulpvraag. 

  1. Hulpvraag vaststellen;
  2. Fase van gedragsverandering vaststellen;
  3. Gegevens wat betreft de leefomgeving verzamelen;
  4. Bepaal de mate van lichamelijke activiteit;
  5. Antropometrie
  6. Voedingsanamnese

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

3. Afronding
  • Vraag naar onduidelijkheden;
  • Maak een vervolgafspraak;
  • Noteer de vervolgafspraak;
  • Evalueer het proces van het gesprek;
  • Neem afscheid.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Screening
Doel: risicofactoren herkennen. 
Jij inventariseert of er alarmerende signalen zijn ('rode vlaggen'). Pluis of niet pluis?

Vragen die gesteld kunnen worden: 
  • Wat is de reden van uw afspraak?
  • Hebt u zelf een idee waardoor uw klacht/probleem veroorzaakt kan zijn?
  • Bent u onder behandeling van een (huis)arts, specialist of andere behandelaar?
  • Gebruikt u medicatie?
  • Welke ziekte(n) (m.b.t. het consult) komen er in de familie voor?
                            Is een behandeling veilig? Let tijdens het gehele gesprek op 'rode vlaggen'!


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Conclusie screening
Conclusies uit de screening kunnen zijn:
De actie die hierop volgt is:
De klachten/symptomen zijn voedingsgerelateerd
'Pluis'
Je overlegt met de klant en besluit dat het stellen van een diagnose gewenst is.
De klachten/symptomen zijn voedingsgerelateerd maar kan beter door een specialist (bijv. diëtist) behandeld worden
'Pluis maar'
Je informeert de klant en adviseert contact op te nemen met een specialist. 
Er is een medische diagnose OF er wordt een rode vlag gesignaleerd OF behandeling is geen adequaat antwoord op de hulpvraag
'Niet pluis'
Je informeert de klant en adviseert contact op te nemen met de huisarts om nader onderzoek te doen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je ervoor zorgen dat een anamnese goed verloopt?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Succesfactoren anamnese
  1. Een patiënt ontvangen en op zijn gemak stellen;
  2. Diverse soorten vragen bewust toepassen;
  3. Actief luisteren;
  4. Lichaamstaal lezen, interpreteren en toepassen;
  5. Een gesprek openen en afsluiten;
  6. De lijn in het gesprek bewaken;
  7. Verbale ruimte geven en ruimte afbakenen;
  8. Omgaan met emoties of spanningen;
  9. Benodigde gegevens boven tafel halen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is het belang van de juiste vragen stellen?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat is er niet juist aan de volgende vragen?
Side note: domme vragen bestaan niet

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

"Wat is er niet goed aan ons bedrijf?"

Slide 18 - Open question

Je legt je eigen idee in de vraag. Je suggereert een antwoord. In de vraag zit bijvoorbeeld al heel sterk de suggestie dat er een aantal zaken niet goed zit in het bedrijf.
"Ik wil eigenlijk graag de notulen snel hebben. Gaat dat jou eventueel lukken?"

Slide 19 - Open question

Je vindt het eng om heel direct te zijn en stelt daarom maar een vage vraag waar de ander makkelijk onderuit kan.
"O ja, dat heb ik ook wel eens gehad. Vond jij ook niet dat ... ."

Slide 20 - Open question

Je hoort gewoon liever jezelf praten dan de ander. Je vindt het belangrijker je eigen mening of advies te geven dan van de ander te horen wat hij wil of nodig heeft
"Wil je dat overleg verzetten naar morgen, of zullen we Jan er toch maar bij vragen en het dan volgende week doen?"

Slide 21 - Open question

Je wil lekker opschieten en daarom stel je drie vragen tegelijk.
Gevolgen van slechte vragen
  • Irritatie en snelle gesprekbeëindiging
  • Gesprekspartner voelt zich niet begrepen
  • Geen eerlijke mening als jij jouw waardeoordeel al in de vraag legt.
  • Onzekerheid als je een vraag stelt waarop hij het antwoord niet kán weten.
  • Als je drie vragen tegelijk stelt, krijg je antwoord op de makkelijkste vraag en de andere twee worden vergeten.
  • De ander volgt voor het gemak maar de suggestie die je in je vraag legt, zodat je nog niet weet wat hij denkt.
  • Je krijgt niet de juiste informatie. Of vage antwoorden waar je toch weer op door moet vragen. Het gesprek duurt zo eindeloos lang omdat je via allerlei omwegen pas bij het antwoord komt.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Uit welke onderdelen bestaat de intake?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat is het belang van het beoordelen van de situatie o.b.v. pluis of niet pluis?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Noem 3 succesfactoren voor een anamnese

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Welk cijfer geef je deze les?
010

Slide 26 - Poll

This item has no instructions