21. Mai 2024 / Schreiben
Studieles
- vandaag valt extra economieles uit.
- leerlingen met een voldoende eindlijst hebben een tussenuur: Ilse, Anne, Robin, Eva, Lis, Tess, Ties, Seb, Lotte, Morris, Maud, Loïs
- de anderen gaan bij mij in het lokaal werken
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 15 slides, with text slides.
Items in this lesson
Studieles
- vandaag valt extra economieles uit.
- leerlingen met een voldoende eindlijst hebben een tussenuur: Ilse, Anne, Robin, Eva, Lis, Tess, Ties, Seb, Lotte, Morris, Maud, Loïs
- de anderen gaan bij mij in het lokaal werken
Slide 1 - Slide
Programm 21. Mai
- Je kunt woorden correct schrijven (dictee)
- je kunt iets over jezelf schrijven
Wieviel Unterrichtsstunden noch bis zum Schreibtest?
21. 23. 24. 28. Mai
Slide 2 - Slide
die Hausaufgaben
Gelernt:
Lernliste Kapitel 3
Woordjes N-D en D-N
Slide 3 - Slide
Aufgabe
Was? slim stampen K 3 und 4
Wie? im Buch oder online
Mit wem? alleine oder mit deiner/deinem Nachbar/in
Ergebnis: du kannst mindestens 10 Wörter korrekt schreiben
timer
8:00
Slide 4 - Slide
Aufgabe: Diktee
Je krijgt dadelijk 10 Nederlandse woorden uit K3 te horen.
Noteer de correcte vertaling.
Doel:
Hoe goed ken je de woorden?
Hoe goed kun je ze schrijven?
Slide 5 - Slide
1 het station
2 fietsen
3 afslaan
4 oversteken
5 daarginds
6 graag gedaan
7 in de buurt van
8 laat
9 nodig hebben
10 bijna
1 der Bahnhof
2 Rad fahren
3 abbiegen
4 überqueren
5 da drüben
6 Gern geschehen
7 in der Nähe von
8 spät
9 brauchen
10 fast
Slide 6 - Slide
Aufgabe:
Lies den Text. Schreib dann deine Zukunftspläne. Benutze Sätze aus dem Text: Ich habe....., ich möchte.....
Benutze ein Wörterbuch und die 'naamvallenschema's'.
Fertig? Mache die Fragen zur Vorbereitung in SOM
Slide 7 - Slide
Aufgabe
Was? Ga aan de slag met het voorbereidingsdocument.
Beantwoord de vragen en vul overige opdrachten aan.
Mit wem? Alleine schreiben, zusammen überlegen
Wie lange? Bis Ende Deutschstunde
Slide 8 - Slide
ob = of (als voegwoord na een komma)
Ich weiß noch nicht, ob ich studieren will.
oder = of
(bij een keuze)
Soll ich jetzt Hausaufgaben machen, oder shoppen gehen?
Slide 9 - Slide
Entweder ............... oder = of....of
Entweder du machst jetzt Hausaufgaben, oder du gehst shoppen.
Entweder du machst jetzt ein Studium, oder du suchst dir einen Job.
Slide 10 - Slide
Startaufgabe:
Ergänze die richtige Form
1 Jens interessiert sich für (onze) ........... Plattensammlung (v).
2 Ich würde (het) ........... Konzert (o) von BLØF gerne besuchen.
Gebruik het naamvallenschema
1 = Nominativ
3 = Dativ
4 = Akkuisativ
Slide 11 - Slide
denn = want
Ich habe meine Hausaufgaben noch nicht gemacht, denn ich habe keine Lust
weil = omdat
Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht, weil ich keine Lust habe.
Ich habe meine Hausaufgaben noch nicht gemacht, weil ich trainieren muss.
Slide 12 - Slide
Als ich klein war .....
Als bedeutet ......................
Slide 13 - Slide
Jens interessiert sich für (onze) ........... Plattensammlung (v).
voorzetsel für = Akkusativ (4)
onze = unser = Eingruppe
Plattensammlung = vrouwelijk
unsere
Slide 14 - Slide
Ich würde (het) ........... Konzert (o) von BLØF gerne besuchen.
geen v (voorzetsel)
dus ontleden:
Konzert = onzijdig = lijdend voorwerp = Akkusativ (4) = das
