Verzwegen argumenten

Verzwegen argument
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verzwegen argument

Slide 1 - Slide

Je krijgt geen ijsje. Je zus heeft er ook geen gekregen.

als - dan formule: Als .... (argument), dan ... (standpunt)

Slide 2 - Slide

Je krijgt geen ijsje. Je zus heeft er ook geen gekregen.

verzwegen argument:
als je zus geen ijsje krijgt, dan krijg jij ook geen ijsje

Slide 3 - Slide

Verzwegen argumenten
- Op basis van kenmerken

- Op basis van een vergelijking

- Op basis van een oorzaak-gevolgrelatie

Slide 4 - Slide

Op basis van kenmerken
Juul is een koopverslaafde. Ze koopt minstens één keer per week nieuwe kleren.


standpunt: Juul is een koopverslaafde.
argument: Ze koopt minstens één keer per week nieuwe kleren.
Verzwegen argument: Als je minstens één keer per week nieuwe kleren koopt, dan ben je koopverslaafd.

Slide 5 - Slide

Op basis van een vergelijking
Ik vind dat Tom naar de HAVO mag, want Britt mag het ook.

standpunt: Tom mag naar de HAVO.
argument: Britt zit ook op de HAVO.
verzwegen argument: Als Britt op de HAVO zit, mag Tom ook naar de HAVO.

Slide 6 - Slide

Op basis van oorzaak en gevolg
Er zullen nu  geen artsen meer bij komen. De salarissen zijn immers fors gedaald.

standpunt: Er zullen nu geen artsen meer bij komen.
argument: De salarissen zijn fors gedaald.
verzwegen argument: Als de salarissen fors dalen, dan zullen er wel geen artsen meer komen.

Slide 7 - Slide

Verzwegen argument vinden

Als... (argument), dan... (standpunt)

Slide 8 - Slide

Wat is het verzwegen argument?
'Hij zorgt goed voor zichzelf, want hij doucht elke dag.'
A
Als je elke dag doucht, dan zorg je goed voor jezelf.
B
Als je goed voor jezelf zorgt, dan douch je elke dag.
C
Als je niet goed voor jezelf zorgt, dan douch je niet elke dag.
D
Iedereen die elke dag doucht, zorgt goed voor zichzelf.

Slide 9 - Quiz

Wat is het verzwegen argument?
'Hij is een waardeloos politicus, want hij komt nooit na wat hij gezegd heeft.'
A
Als je een waardeloos politicus bent, dan kom je nooit na wat je zegt.
B
Als je niet nakomt wat je zegt, ben je een waardeloos politicus.
C
Als je niet nakomt wat je zegt, dan ben je waardeloos.
D
Als je waardeloos bent, dan kom je niet na wat je zegt.

Slide 10 - Quiz

Wat is het verzwegen argument?
'Ik vond het een gemakkelijke toets; we wisten alle antwoorden al.'
A
Toetsen zijn gemakkelijk als je alle antwoorden weet.
B
Als het een makkelijke toets is, dan weet je alle antwoorden.
C
Als je de antwoorden niet weet, dan is het een moeilijke toets.
D
Als je alle antwoorden al weet, dan is het een gemakkelijke toets.

Slide 11 - Quiz