Verzwegen argumenten

Verzwegen argument
1 / 14
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verzwegen argument

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Video

Verzwegen argumenten
- Op basis van kenmerken

- Op basis van een vergelijking

- Op basis van een oorzaak-gevolgrelatie

Slide 3 - Slide

Op basis van kenmerken
Juul is een koopverslaafde. Ze koopt minstens één keer per week nieuwe kleren.

Mening: Juul is een koopverslaafde.
Argument: Ze koopt minstens één keer per week nieuwe kleren.
Verzwegen argument: Als je minstens één keer per week nieuwe kleren koopt, dan ben je koopverslaafd.

Slide 4 - Slide

Op basis van een vergelijking
Ik vind dat Tom naar de HAVO mag, want Britt mag het ook.

Mening: Tom mag naar de HAVO.
Argument: Britt zit ook op de HAVO.
Verzwegen argument: Als Britt op de HAVO zit, mag Tom ook naar de HAVO.

Slide 5 - Slide

Op basis van oorzaak en gevolg
Er zullen nu wel geen artsen meer komen. De salarissen zijn immers fors gedaald.

Mening: Er zullen nu wel geen artsen meer komen.
Argument: De salarissen zijn fors gedaald.
Verzwegen argument: Als de salarissen fors dalen, dan zullen er wel geen artsen meer komen.

Slide 6 - Slide

Verzwegen argument vinden

Als (oorzaak), dan (gevolg)

Slide 7 - Slide

Wat is het verzwegen argument?
'Hij zorgt goed voor zichzelf, want hij doucht elke dag.'
A
Als je elke dag doucht, dan zorg je goed voor jezelf.
B
Als je goed voor jezelf zorgt, dan douch je elke dag.
C
D
Iedereen die elke dag doucht, zorgt goed voor zichzelf.

Slide 8 - Quiz

Wat is het verzwegen argument?
'Hij is een waardeloos politicus, want hij komt nooit na wat hij gezegd heeft.'
A
Als je een waardeloos politicus bent, dan kom je nooit na wat je zegt.
B
Als je niet nakomt wat je zegt, ben je een waardeloos politicus.
C
D
Als je waardeloos bent, dan kom je niet na wat je zegt.

Slide 9 - Quiz

Wat is het verzwegen argument?
'Ik vond het een gemakkelijke toets; we wisten alle antwoorden al.'
A
Toetsen zijn gemakkelijk als je alle antwoorden weet.
B
Als het een makkelijke toets is, dan weet je alle antwoorden.
C
Als je de antwoorden niet weet, dan is het een moeilijke toets.
D
Als je alle antwoorden al weet, dan is het een gemakkelijke toets.

Slide 10 - Quiz

1

Slide 11 - Video

01:38
Wat is het standpunt, argument en het verzwegen argument van deze man?

Slide 12 - Open question

Wat doet een verzwegen argument?

Slide 13 - Mind map

WIN!!!
Bedenk zelf een redenering en expliciteer het verzwegen argument!
(1: standpunt, 2: argument, 3: verzwegen argument)

Slide 14 - Open question