week 1, voortplanting

Planning van het blok
  • 2 opdrachten voor een cijfer
  • 2 toetsen voor een cijfer 
1 / 47
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 2

This lesson contains 47 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 300 min

Items in this lesson

Planning van het blok
  • 2 opdrachten voor een cijfer
  • 2 toetsen voor een cijfer 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Opdracht 1

Slide 3 - Slide

Opdracht 2

Slide 4 - Slide

Toets 1
voortplanting en hormonen
30 pnt, 20 pnt is 5,5

Slide 5 - Slide

Toets 2
oncologie, anesthesie en aandoeningen longen en luchtwegen
30 pnt, 20 pnt is 5,5

Slide 6 - Slide

Data
  • opdracht 1 inlever datum 20 mei
  • toets 1 datum 24 & 31 mei: 2 toetsen, 1 officieel, 1 nieuwe toets: het hoogste cijfer telt
  • opdracht 2 inlever datum 21 juni
  • toets 2 datum 1 juli & in Zutphen dan ook quiz met 1e jaars

Slide 7 - Slide

Voortplanting
module 14 A&F boek

Slide 8 - Slide

Dr Maas, gynaecoloog
"Wacht niet met je eerste kind tot je laatste ei"

Slide 9 - Slide

Geslachtskenmerken
Primair en secundair
wat weten jullie?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vrouw
Wat weet je over de geslachtsorganen van de vrouw?

Slide 12 - Slide

Eierstokken (ovaria)
  • vrouwelijke geslachtsklieren, 4x2x1 cm
  • produceren eicellen en hormonen 
  • bevat follikels, met daarin primaire oöcyten, bij geboorte 2 miljoen, rond de pubertijd  400.000, 500 rijpen uit in 38 jaar
  • follikel rijpt uit, waarna eisprong (ovulatie)follikelcellen van rijpende eicel produceren oestrogeen, dit stimuleert de secundaire geslachtskenmerken en heeft invloed op cyclus
  • follikel vlak voor ovulatie heet Graafse follikel, en na de eisprong heet dit het gele lichaam (corpus luteum) deze geeft oestrogeen en progesteron af: nodig voor instandhouding van een zwangerschap

Slide 13 - Slide

Eileiders (tuba uterina)
  • hier vindt de bevruchting plaats
  • monden uit aan beide boven hoeken van de uterus
  • liggen met fimbriae om de ovaria heen en "vangen": daarmee een uitgerijpte eicel na een ovulatie

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Baarmoeder (uterus)
  • peervormige spier (glad spierweefsel) van 7x4 cm, bovenzijde heet de fundus
  • aan de bovenkant zit aan beide kanten een eileider (tuba uterina) aan de onderkant de baarmoederhals (cervix) waarvan het uitstekende deel de baarmoedermond (portio) heet.
  • de binnenzijde van de baarmoeder is bedekt met baarmoederslijmvlies (endometrium), dit wordt telkens wanneer er geen sprake is van een zwangerschap afgestoten tijdens de menstruatie

Slide 16 - Slide

Vagina
  • parings kanaal en onderste deel van het geboortekanaal, 8 cm
  • geplooide wand opgebouwd uit meerlagig plaveisel epitheel, gladde spierlaag en een laag elastisch bindweefsel, kan een wijdte van 15 cm krijgen tijdens een baring
  • Döderlein-bacillen: melkzuur, geven bescherming tegen infecties

Slide 17 - Slide

Vulva
  • buitenste schaamippen = labia majora
  • binnenste schaamlippen = labia minora
  • smegma
  • voorhof = vestibulum 
  • Bartholinische cysten
  • maagdenvlies = hymen
  • kittelaar = clitoris met voorhuid, eikel en corpus cavernosum

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Man

Slide 22 - Slide

Inwendige geslachtsorganen
  • zaadblaasjes
  • prostaat
  • klieren van Cowper

De rest zijn dus uitwendige geslachtsorganen 

Slide 23 - Slide

Penis
  • wortel ligt net onder de symfyse
  • penisschacht (corpus penis) is het hangende deel
  • 3 zwellichamen: voorzijde 2x corpus cavernosum, daaronder corpus spongiosum, de eikel is hier onderdeel van en de plasbuis loopt hier doorheen.
  • over de eikel zit de voorhuis ( preputium penis), smegma
  • slap 5-12 cm, erectie 15-19 cm 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Zaadballen (testes)
  • produceren zaadcellen en geslachtshormonen, 5x3x2,5 cm
  • buitenmantel straf bindweefsel, van daaruit bindweefselschotten naar het midden, verdelen de bal in 200-300lobjes, zijn gevuld met 800 sterk gekronkelde zaadbuisjes (samen 1,5 km) In de wand worden zaadcellen (spermatozoa) gemaakt, daar ook sertolicellen, voedende en ondersteunende werking bij rijpingsproces
  • In het bindweefsel zitten interstitiële cellen, deze produceren testosteron
  • liggen in de balzak (scrotum) 2 gr C lagere temp, in de wand zit een gladde spier, m. cremaster 

Slide 27 - Slide

Bijballen (epididymis)
  • gekronkeld kanaal van 5 m, bijbalgang (ductus epididymis)
  • opslagplaats en vervoers buis van zaadcellen. 
  • Wanneer de zaadcellen daar na 2-3 weken nog liggen worden ze afgebroken en geresorbeerd 

Slide 28 - Slide

Zaadleider (ductus deferens)
  • 50-60 cm
  • gaat de buikholte in binnen door het lieskanaal
  •  wand bestaat uit slijmvlies omgeven door gladde spieren
  • brengt spermatozoa naar de zaadblaasjes naast de blaas boven de prostaat  
  • vanuit daar via het ejaculatie kanaal (ductus ejaculatorius)  welke binnen de prostaat uitmondt in de plasbuis

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Sperma
  • 5% zaad
  • de rest wordt gemaakt door:
  1. de zaadblaasjes (vesiculae seminales): basische vloeistof welke fructose bevat
  2. prostaat: ronde klier 4 cm, licht zure antibacteriële vloeistof
  3. klieren van Cowper : erwtgrootte,dik kleverig slijm, beschermt de plasbuis

Slide 32 - Slide

Ontwikkeling van geslachtscellen

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Menstruele cyclus

Slide 35 - Slide

Fases
  • menstruatie fase: 1e tot 4/5e dag, het gele lichaam produceert geen oestrogeen en progesteron meer, de menstruatie treedt op
  • proliferatie (opbouw) fase: van 4e tot 15 e dag (tot de ovulatie), opbouw van het baarmoeder slijmvlies onder invloed van oestrogeen uit de follikels, klierweefsel en doorbloeding neemt toe

Slide 36 - Slide

secretie (afscheidings) fase: 15e tot 28 e dag, Graafse follikel wordt het gele lichaam en gaat naast oestrogeen ook progesteron produceren. Dit stimuleert het klierweefsel van het endometrium of slijm te produceren, door de aanwezigheid van dit slijm zwelt het endometrium op en de doorbloeding neemt toe. Wanneer er geen bevruchting optreedt sterft het gele lichaam af en treedt er vasoconstrictie op in de bloedvaten door afname progesteron, daardoor krijgt het opgebouwde endometrium geen bloedtoevoer meer en volgt de menstruatie.
Na ovulatie stijgt de progesteron gehalte, dit beïnvloed het temperatuurregulatie centrum in de hypothalamus: lichaamstemperatuur stijgt 0,5 gr.

Slide 37 - Slide

Ovariële cyclus
  • rijping van de follikel onder invloed van FSH uit de hypofyse voorkwab
  • tijdens het rijpen gaan de follikelcellen oestrogeen produceren
  • oestrogeen koppelt de hypofyse voorkwab negatief terug, waardoor FSH productie afneemt
  • oestrogeen stimuleert de hypofyse voorkwab LH te gaan produceren, dit hormoon zorgt ervoor dat de Graafse follikel overgaat in het gele lichaam
  • het gele lichaam koppelt de hypofyse voorkwam negatief terug en de LH productie neemt af

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Hormonale regeling bij de man
  • hypofysevoorkwab produceert FSH (stimuleert de zaadcelontwikkeling) en LH/ICSH (stimuleert de cellen van Leydig tot de vorming van testosteron)
  • Testosteron stimuleert de zaadontwikkeling en de werking van de zaadblaasjes en de prostaat. Ook koppelt testosteron de hypofyse negatief terug in de afgifte van LH
  • man blijft heel lang vruchtbaar (zaadkwaliteit neemt wel af), wel afname erectievermogen (duur en frequentie)

Slide 40 - Slide

Geslachtsgemeenschap (coïtus)
  • opwindingsfase: erogene zones (zie slide 19)
  • plateaufase: stimulatie autonome zenuwstelsel
  • orgastische fase: 
  1. point of no return
  2. verschillende soorten orgasmes
  3. duur orgasme? 
  4. bij de man ejaculatie: emissiefase (sluitspier blaas trekt samen) & expulsiefase, 3 ml sperma waarin 100-300 miljoen spermatozoa, basisch Ph 7,8, levensduur 4-6 dagen, 12-24 u om 15 cm af te leggen
  5. bij de vrouw squirten: wat is dat? Kliertjes van Skene
  • ontspanningsfase 

Slide 41 - Slide

Bevruchting (conceptie)
  • 2 haploïde geslachtscellen vormen samen 1 unieke diploïde nieuwe cel 
  • conceptie vindt plaats in de eileider (tuba ovarica)
  • eicel omgeven door zona pellucida met daaromheen follikelcellen
  • wanneer de 1e zaadcel door de zona pellucida heen is wordt deze ondoordringbaar en voltooid e eicel meiose 2
  • eencellig embryo (zygote)

Slide 42 - Slide

Netflix tips
sex education
the principles of pleasure

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video

Slide 47 - Link