Donna

Onderdeel van het NFF-schoolprogramma Puberperikelen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FilmeducatieMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onderdeel van het NFF-schoolprogramma Puberperikelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In deze les...
  • bereid je je voor op je bezoek aan het Nederlands Film Festival;
  • bekijk en analyseer je drie fragmenten uit de film Donna;
  • denk je na over de betekenis en de thema's van de film, waar de film over gaat en waar de hoofdpersoon mee worstelt;
  • denk je na over wat voor soort film Donna is.

Slide 2 - Slide

Inhoud van de les

Laat de slide aan de leerlingen zien, zodat ze weten wat ze van deze les kunnen verwachten.
Fragment 1: 0.00 - 1.53

Slide 3 - Slide

Fragment 1

Bekijk de eerste 1.53 minuut van de korte film.
Bespreek in tweetallen
                 - Wat vond je van dit eerste fragment? Spreken het
                    fragment en de personages je aan? Waarom wel/niet?
                 - Wie is de hoofdpersoon in deze film? Hoe weet je dat?
                 - Wat is je indruk van de hoofdpersoon? Hoe komt dit?
                 - Wat is het eerste beeld dat we van de hoofdpersoon
                    zien? Waarom zou de de filmmaker ervoor gekozen
                    hebben om dit beeld als eerste te tonen?
Wat dacht en voelde je tijdens het kijken van het fragment?

Slide 4 - Slide

Vragen bij het fragment

Bespreek de vragen met de leerlingen. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Vraag door waarom de leerlingen iets vinden of verwachten.
Beschrijf het beeld hiernaast. Wat zie je?
Waarom denk je dat de scène op deze manier gefilmd is?
Denk aan: wie/welke personages zie je, hoe zitten ze (ten opzichte van elkaar), waar zijn ze, wat gebeurt er, hoe staat de camera etc.

Slide 5 - Slide

Vraag over het fragment

Laat de leerlingen deze vraag in tweetallen bespreken en bespreek de vraag vervolgens klassikaal na.

(mogelijk) antwoord:
We zien een shot waarin vijf vriendinnen samen in een soort kantine zitten. Donna zit in het midden en de andere vier zitten om haar heen. De camera staat precies tegenover Donna, waardoor zij in het middelpunt zit en de aandacht bijna automatisch naar haar toe gaat.
In het fragment in de aula vindt er een soort omslag plaats. Hoe zou je deze omslag omschrijven?
De manier waarop de scène gefilmd is versterkt de omslag in deze scène. In welke volgorde zien we de beelden? Welke verandering(en) zie je in het camerastandpunt?
Waarom denk je dat Donna in het laatste stukje van het fragment van dichtbij gefilmd is?
Hoe is Donna in beeld gebracht? Wat valt je op aan hoe zij in beeld gebracht is in vergelijking met haar vriendinnen?
Camerastandpunt
De plaats waar de camera staat en hoe ver en vanaf welke kant die de personages filmt.

Slide 6 - Slide

Vraag over het fragment

Bespreek de vragen met de leerlingen, of laat ze deze vragen in tweetallen bespreken en bespreek de vragen vervolgens klassikaal na.

(mogelijke) antwoorden:
Vraag 1: de juiste volgorde is links - rechtsonder - rechtsboven
Vraag 2: Donna staat steeds in het midden van het beeld en is van dichterbij gefilmd dan de andere meiden.
Vraag 3: eigen antwoord. Bijvoorbeeld: omdat we nu goed Donna haar gezichtsuitdrukking kunnen zien als ze boos is. Het gaat niet om de ruzie, maar om Donna haar emotie.
Fragment 2: 1.54 - 3.31

Slide 7 - Slide

Fragment 2

Bekijk het tweede fragment van de korte film.
Bespreek in tweetallen
                - Welke personages heb je naast Donna nog meer
                   gezien in deze scènes? Welke relatie heeft zij met hen?
                - Welke locaties heb je gezien in deze scènes?
                - Hoe komt Donna in deze scènes over? Omschrijf haar
                   in drie woorden.
                - Hoe denk je dat Donna zich in deze scènes voelt? Is ze
                   op haar gemak, denk je? Waarom denk je van wel/niet?
Wat dacht en voelde je tijdens het kijken van het fragment?

Slide 8 - Slide

Vragen bij het fragment

Bespreek de vragen met de leerlingen. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Vraag door waarom de leerlingen iets vinden of verwachten.
Denk je dat de film Donna weergeeft zoals ze is, of is ze een personage dat wordt gespeeld door een actrice? Waarom denk je dat?
Welke elementen van de film zorgen ervoor dat je denkt dat de film bedacht en gespeeld (fictie) is?
Welke elementen van de film zorgen ervoor dat je denkt dat de film de werkelijkheid weergeeft (documentaire)?
Documentaire
Een (korte) film waarin de maker probeert om een beeld te geven van de werkelijkheid.
Fictie
Een verhaal dat door de maker is bedacht en verteld.

Slide 9 - Slide

Vragen bij het fragment

Klik de informatiebuttons open om de termen 'documentaire' en 'fictie' uit te leggen en bespreek de vragen met de leerlingen.

(mogelijke) antwoorden:
Vraag 1: eigen antwoord
Vraag 2: eigen antwoord. Bijvoorbeeld: sommige scènes zijn vanuit verschillende/meerdere hoeken gefilmd, dat wijst erop dat deze gebeurtenissen in scène zijn gezet.
Vraag 3: eigen antwoord. Bijvoorbeeld: de personages en gebeurtenissen zijn heel realistisch en zouden echt kunnen bestaan. Ook de locaties en het observerende camerawerk zou bij een documentaire kunnen passen.
Fragment 3: 3.32 - 4.10

Slide 10 - Slide

Fragment 3

Bekijk het derde fragment van de korte film.
Bespreek in tweetallen
                - Wat gebeurt er in deze scène?
                - We zien Donna, maar horen de stem van iemand
                   anders. Wie horen we? Hoe weet je dat?
                - Waarom zou de filmmaker ervoor gekozen hebben om
                   alleen Donna te filmen en niet degene die praat?
                - Hoe zou je Donna in deze scène omschrijven? Past                   deze omschrijving bij de indruk die je van Donna hebt?
Wat dacht en voelde je tijdens het kijken van het fragment?

Slide 11 - Slide

Vragen bij het fragment

Bespreek de vragen met de leerlingen. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Vraag door waarom de leerlingen iets vinden of verwachten.
Omschrijf in vier woorden hoe Donna is met haar vrienden
Waar denk je dat deze film (eigenlijk) over gaat? Wat wil deze film laten zien?
Wat denk je nu: is de film een documentaire of een fictiefilm? Waarom denk je dat? Ben je tijdens de les van mening veranderd? Zo ja: hoe komt dat?
Omschrijf in één zin Donna haar thuissituatie

Slide 12 - Slide

Vragen bij het fragment

Bespreek de vragen met de leerlingen.

(mogelijke) antwoorden:
Vraag 1: De film gaat over Donna, die worstelt met haar situatie thuis en daarmee omgaat door zichzelf een andere houding te geven op straat en bij haar vrienden.
Vraag 2: eigen antwoord. De film is een fictiefilm (en dus bedacht en in scène gezet door de maker(s)).
Vraag 3: eigen antwoord.
Videoboodschap van de maker

Slide 13 - Slide

Videoboodschap

Bekijk de videoboodschap van de maker waarin zij uitlegt waarom ze bepaalde keuzes heeft gemaakt in de film.
               Bespreek in groepjes:
               - Wat betekent zelfbeeld? En zelfpresentatie?
               - Wat hebben deze termen te maken met de film?
               - Hoe kunnen mensen en reacties uit de omgeving
                  iemands zelfbeeld beïnvloeden? Geef een voorbeeld.
               - Heb je zelf wel eens een situatie meegemaakt waarin je
                  je anders presenteerde dan je je voelde? Hoe was dat?
Wat dacht en voelde je tijdens het kijken van het fragment?
Verdiepende opdracht (1)

Slide 14 - Slide

Verdiepende opdracht
Deze opdracht kan ook na afloop van het filmbezoek gedaan worden.

Laat de leerlingen in groepjes in gesprek gaan over de vragen. Bespreek de vragen en de thematiek vervolgens klassikaal.
Hoe zou jij dit verhaal vertellen?
Opdracht: bedenk hoe jij een verhaal zoals dat van Donna zou vertellen in een film. Denk na over:
- welk verhaal zou je vertellen? Van jezelf? Van iemand anders?
- zou je kiezen voor documentaire of fictie?
- welke scènes zou je willen laten zien?
Schrijf je plan voor de film en drie belangrijke scènes (kort) uit.
Verdiepende opdracht (2)

Slide 15 - Slide

Verdiepende opdracht
Deze opdracht kan ook na afloop van het filmbezoek gedaan worden.

Laat de leerlingen nadenken over hoe zij zelf een verhaal als dat van Donna zouden vertellen met film. Laat de leerlingen eerst (individueel of in tweetallen) nadenken over de vragen over de keuzes die ze zouden maken. Vervolgens tekenen of schrijven ze (kort) drie belangrijke scènes uit. Vraag aan het einde van de les enkele leerlingen om met de klas te delen wat ze zouden vertellen en hoe, welke keuzes ze hebben gemaakt en wat ze hebben beschreven/getekend. Bespreek de ideeën klassikaal na.