3H1 & 3H2

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Opdracht 1 (blz. 38)
B: Schrijf een inleiding van ongeveer drie zinnen voor een informatieve tekst over hooikoorts. De tekst is bedoeld voor leeftijdgenoten. (ik ga er een paar vragen om voor te lezen)

Slide 2 - Slide

Inleiding van een informatieve tekst
  • Noem het onderwerp
  • Maak aan de lezer duidelijk welke vaste structuur je tekst heeft (niet letterlijk noemen, maar beschrijven wat je gaat zeggen) 

Voorbeeld: voor- en nadelenstructuur
's Avonds nog even hersenloos op TikTok scrollen: het beste einde van je dag. Toch? Of heeft deze gewoonte ook nadelen? Dat ga ik in dit artikel vertellen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slaaptekort bij jongeren
Verklaringsstructuur
Hoe komt het dat jongeren slaaptekort hebben?

1. Beschrijving van een verschijnsel: wat is een slaaptekort
2. Verklaringen (reden of oorzaak) van het verschijnsel: tot laat op hun mobiel met blauw licht, redbull drinken, weinig pauzes nemen tijdens de dag 
3. Belangrijkste of meest waarschijnlijke verklaring: blauw licht 
Voor- en nadelenstructuur
Wat zijn de voor- en nadelen van telefoongebruik in de avond?

1. Beschrijving van wat wordt beoordeeld: telefoongebruik in de avond, hoe ziet dat eruit?
2. De voordelen en nadelen ervan: sociaal leven, blauw licht heeft invloed op biologische klok
3. De conclusie: de voordelen wegen niet op tegen de nadelen 
Probleem-oplossingsstructuur
Hoe komen jongeren van een slaaptekort af?

1. Beschrijving van een probleem: slaaptekort, wat is het, hoe ziet het eruit? hoeveel uur slaap je dan en hoeveel uur heb je nodig?
2. De oorzaken en gevolgen van het probleem: hoe komt het slaaptekort en wat zijn de gevolgen ervan? (moe, chagrijnig) 
3. De mogelijke oplossingen van dat probleem: telefoon uur eerder wegleggen, iets anders doen in plaats van op schermen kijken (puzzelen, lezen, bellen) 

Slide 5 - Slide

Schrijfplan maken
  • Waarom? Makkelijker en sneller (uiteindelijk)

  • Bepaal: welke informatie komt er in de tekst? In welke volgorde komt die informatie? 

Slide 6 - Slide

Schrijfplan maken
  1. Kies de vaste structuur die past bij wat je wilt vertellen
  2. Verdeel de onderdelen van die structuur over inleiding, kern en slot
  3. Verdeel de kern in alinea's 
  4. Noteer bij elk onderdeel in steekwoorden waarover je wilt schrijven
  5. Zet erbij waar je deze informatie hebt gevonden (bronnen)
Verklaringsstructuur
- Beschrijving van een verschijnsel - inleiding
- Verklaringen (reden of oorzaak) van het verschijnsel - kern (één alinea per verklaring)
- Belangrijkste of meest waarschijnlijke verklaring - slot
Voor- en nadelenstructuur
- Beschrijving van wat wordt beoordeeld - inleiding
- De voordelen en nadelen ervan - kern (één alinea per voordeel/nadeel)
- De conclusie - slot
Probleem-oplossingsstructuur
- Beschrijving van een probleem - inleiding
- De oorzaken en gevolgen van het probleem - kern (één alinea per oorzaak/gevolg)
- De mogelijke oplossingen van dat probleem - slot

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Bronnen
  •  Mensen, boeken, tijdschriften
  • Wees kritisch: de informatie uit een bron is niet altijd waar

Wanneer is een bron betrouwbaar? 

Let op:
  • de deskundigheid van de bron
  • het doel van de bron (informeren, mening geven, reclame maken?)
  • de tekst zelf - soms is die onwaar. Zijn er bewijzen die het tegendeel van de informatie in de tekst bewijzen?


Zet de bronnen in je schrijfplan!

Slide 9 - Slide

                   Individueel werken 
Wat
Maken: 1.4 opdracht 1, 2, 3, 5, 8, 9 & 14.
Hoe
Individueel, je mag zachtjes overleggen met je buurman of -vrouw.
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les 
Uitkomst
Je hebt het huiswerk voor volgende week af én je bent bezig geweest met alle leerstof in de tekst.
Klaar
Ander huiswerk. 

Slide 10 - Slide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt herhaald wat een tekststructuur is;
  • hebt herhaald wat er in de inleiding van een informatieve tekst staat;
  • hebt geleerd hoe je een tekstplan schrijft;
  • bent aan je tekstplan begonnen.

Huiswerk 
  • Maak opdracht 8 (in jouw Word-document, je kunt het schrijfplan kopiëren en plakken uit de bijlage bij de inleveropdracht in Som)

    Slide 11 - Slide