Wiskunde thuiswerk 3-12 (4.2 Eenheden van lengte)

Aan het eind van de les weet ik wat eenheden zijn en wat de betekenis is van bepaalde woorden binnen de wiskunde
Aan het eind van de les weet ik welke eenheden van lengte er zijn
Aan het eind van de les kan ik lengte eenheden omrekenen
Eenheden van lengte
Omtrek berekenen
Maken opdracht 16, 17, 19, 22, 27, 29 en 29 op blz. 147 t/m 151


En?
Voor vrijdag 4 december:
Maken opdracht 2,3,5,6,8 en 9 op blz. 142 t/m 145 EN
16, 17, 19, 22, 27, 29 en 29 op blz. 147 t/m 151
 

1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Aan het eind van de les weet ik wat eenheden zijn en wat de betekenis is van bepaalde woorden binnen de wiskunde
Aan het eind van de les weet ik welke eenheden van lengte er zijn
Aan het eind van de les kan ik lengte eenheden omrekenen
Eenheden van lengte
Omtrek berekenen
Maken opdracht 16, 17, 19, 22, 27, 29 en 29 op blz. 147 t/m 151


En?
Voor vrijdag 4 december:
Maken opdracht 2,3,5,6,8 en 9 op blz. 142 t/m 145 EN
16, 17, 19, 22, 27, 29 en 29 op blz. 147 t/m 151
 

Slide 1 - Slide

Deze thuiswerkles ga je aan de slag met paragraaf 4.2.
Vorige les hebben we het in de les al gehad over verschillende eenheden. In paragraaf 4.2 ga je dieper in op de eenheden van lengte. Daarnaast ga je leren hoe je een omtrek kan berekenen.
Maar eerst nog even een paar vragen over de vorige les.
Succes:)

Slide 2 - Slide

Geef hieronder 2 voorbeelden van eenheden van tijd

Slide 3 - Open question

Geef hieronder 2 voorbeelden van eenheden van lengte

Slide 4 - Open question

4.2 Eenheden van lengte
§2.1

Slide 5 - Slide

Eenheden van lengte
km = kilometer                             dm = decimeter             
hm = hectometer                         cm = centimeter
dam = decameter                        mm = millimeter
m = meter

Slide 6 - Slide

Eenheden van lengte omrekenen
Voorbeeld: 6,3 km = .... m 
Je kan hierboven zien dat je 3 stapjes naar rechts moet doen om km om te rekenen naar m. Bij de pijlen zie je dat als je naar rechts gaat je x 10 moet doen.
Dus om 6,3 km om te rekenen naar m doe je; 6,3 x 10 x 10 x 10 = 6300 m
Conclusie: 6,3 km = 6300 m

Slide 7 - Slide

Nu ga je zelf een paar quiz vragen maken over het omrekenen van lengte eenheden.
Als je het nog lastig vind kan je het tabelletje wat je eerder in deze les gezien hebt gebruiken. Deze staat ook in je boek op blz. 147

Slide 8 - Slide

3 dm = ..... cm
A
0,3
B
3
C
0,03
D
30

Slide 9 - Quiz

95 cm = ..... dm
A
0,95
B
95
C
9,5
D
0,95

Slide 10 - Quiz

6,3 m = ..... cm
A
63
B
630
C
6,3
D
0,63

Slide 11 - Quiz

26,3 hm = ......dam
A
263
B
2,63
C
2630
D
0,263

Slide 12 - Quiz

Omtrek 
Omtrek berekenen betekend dat je berekend hoe lang iets is als je eromheen zou lopen. 
Bijvoorbeeld wat is de omtrek van het groene vlak hiernaast?
We beginnen met lopen bij de rode stip en gaan dan naar boven en rechts om verder.
Je loopt dan 15 m + 20 m + 15 m + 20 m
In totaal loop je dan dus 70 m
We zeggen dan ook wel: De omtrek van het groene 
vlak is 70 m

Slide 13 - Slide

Wat is de omtrek van het figuur hiernaast?
A
5 + 3 = 8
B
5 + 5 + 3 + 3 = 16

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
Maken opdracht:
16, 17, 19, 22, 27, 29 en 29 op blz. 147 t/m 151

Dit is ook meteen huiswerk voor de volgende wiskundeles.

Slide 15 - Slide

Huiswerk voor vrijdag 4 december:
Maken opdracht 
2,3,5,6,8 en 9 op blz. 142 t/m 145 (van de vorige les)
16, 17, 19, 22, 27, 29 en 29 op blz. 147 t/m 151 (van deze les)

Slide 16 - Slide

Aan het eind van de les weet ik wat eenheden zijn en wat de betekenis is van bepaalde woorden binnen de wiskunde
Aan het eind van de les weet ik welke eenheden van lengte er zijn
Aan het eind van de les kan ik lengte eenheden omrekenen
Eenheden van lengte
Omtrek berekenen
Maken opdracht 16, 17, 19, 22, 27, 29 en 29 op blz. 147 t/m 151


En?
Voor vrijdag 4 december:
Maken opdracht 2,3,5,6,8 en 9 op blz. 142 t/m 145 EN
16, 17, 19, 22, 27, 29 en 29 op blz. 147 t/m 151
 

Slide 17 - Slide