prépositions

Les prépositions
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les prépositions

Slide 1 - Slide

Welk voorzetsel gebruiken we bij mannelijke landen?
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 2 - Quiz

Welk voorzetsel gebruiken we bij vrouwelijke landen?
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 3 - Quiz

Vrouwelijke landen
Deze landennamen eindigen op een -e.
en Espagne, en Italie, en France, en Allemagne, en Angleterre

Slide 4 - Slide

Welk voorzetsel gebruiken we bij landen die meervoud zijn?
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 5 - Quiz

Landen in het meervoud
Deze landennamen eindigen op een -s.
aux Pays-Bas, aux Etats-Unis, aux Antilles

Slide 6 - Slide

Welk voorzetsel gebruiken we voor steden/dorpen?
A
au
B
en
C
aux
D
à

Slide 7 - Quiz

Je vais ... Espagne.
A
en
B
à
C
aux
D
au

Slide 8 - Quiz

J'habite .. Paris.
A
en
B
à
C
aux
D
au

Slide 9 - Quiz

Elle habite ... Portugal.
A
en
B
à
C
au
D
aux

Slide 10 - Quiz

J'habite ... Berlin.
A
à
B
aux
C
au
D
en

Slide 11 - Quiz

Je suis allé ... Allemagne.

Slide 12 - Open question

Je suis allé ... Grèce.

Slide 13 - Open question

J'ai voyagé ... bateau.

Slide 14 - Open question

J'ai voyagé ... France ... voiture.
A
en, à
B
à, au
C
en, en
D
à, en

Slide 15 - Quiz

J'ai voyagé .. Londres .. train.
A
en, à
B
à, au
C
en, en
D
à, en

Slide 16 - Quiz

J'ai voyagé au Maroc ... mes parents.

Slide 17 - Open question