le mardi 30 novembre
1 / 22
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
le lendemain
Slide 3 - Open question
finalement
Slide 4 - Open question
wij vertellen
Slide 5 - Open question
jullie ontmoeten
Slide 6 - Open question
op een dag
Slide 7 - Open question
Als je een land vertaalt in het Frans dan gebruik je voor het woord een........?
Slide 8 - Mind map
Hoe weet je of een land vrouwelijk is?
A
Het land eindigt meestal op een e
B
Gewoon leren met het voorzetsel le
C
Gewoon leren met het voorzetsel la
D
Gokken!
Slide 9 - Quiz
Welke landen zijn mannelijk?
Welke landen zijn vrouwelijk?
Welke landen zijn meervoud?
Pays-Bas
France
Hollande
Belgique
Allemagne
Angleterre
Suisse
Danemark
Italie
Espagne
Portugal
Maroc
Turquie
Grèce
Canada
Japon
États-Unis
Liban
Bretagne
Normandie
Slide 10 - Drag question
Bij vrouwelijke landen gebruik je het voorzetsel EN, bij mannelijke landen gebruik je AU. Is dit...
A
vrai
B
faux
Slide 11 - Quiz
Sleep de steden en de landen naar het juiste voorzetsel.
à
en
au
aux
Rotterdam
Etats-Unis
Londres
Turquie
Maroc
Canada
France
Pays-Bas
Slide 12 - Drag question
Sleep de steden en de landen naar het juiste voorzetsel.
à
en
au
aux
Rotterdam
Etats-Unis
Vlaardingen
Espagne
Maroc
Canada
France
Pays-Bas
Slide 13 - Drag question
Sophie habite ............ Danemark
A
à
B
le
C
en
D
au
Slide 14 - Quiz
Marc habite ................ Suède.
A
en
B
au
C
la
D
aux
Slide 15 - Quiz
Vertaal: in Frankrijk
Slide 16 - Open question
Vertaal: naar Nederland
Slide 17 - Open question
Vertaal: Engeland
Slide 18 - Open question
Vertaal: Verenigde Staten
