What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het lijdend voorwerp
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
- Je leert over het lijdend voorwerp.
- Je leert een lijdend voorwerp vinden.
Slide 2 - Slide
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp.
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=
Slide 3 - Slide
Mijn vader
leest
de krant.
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend Voorwerp
Slide 4 - Drag question
Wat is het lijdend voorwerp. Stel jezelf de goede vraag!
De kinderen geven oma bloemen.
Slide 5 - Mind map
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=
Wie of wat geven de kinderen =
bloemen
Slide 6 - Slide
Wat is het lijdend voorwerp?
.
Het lijdend voorwerp
De handbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op Facebook.
Slide 7 - Drag question
Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 8 - Drag question
Moeder kookte
een heerlijke maaltijd.
Ik zie
haar
.
Wij geven
jullie
een bos bloemen.
Heb je
aan je ouders
geschreven?
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Slide 9 - Drag question
Een lijdend voorwerp ...
A
... kan met een voorzetsel beginnen.
B
... begint nooit met een voorzetsel.
Slide 10 - Quiz
gegeven?
dat
Waarom
heb
je
hem
Onderwerp
Gezegde
Lijdend voorwerp
Slide 11 - Drag question
Opdrachten maken
Cursus 5 par. 7
Opdrachten 1 t/m 6
Slide 12 - Slide
Het meewerkend voorwerp
Slide 13 - Slide
Meewerkend voorwerp (mv)
Het meewerkend voorwerp is een zinsdeel.
Dit zinsdeel geeft aan voor wie iets bestemd is.
Meewerkend voorwerp (mv)
Slide 14 - Slide
Stappen
Persoonsvorm
Zinsdelen
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 15 - Slide
Meewerkend voorwerp
Slide 16 - Slide
Het meewerkend voorwerp...
A
aan wie of voor wie
B
wie + gezegde + onderwerp
C
wat + gezegde + onderwerp
D
is altijd een voorwerp
Slide 17 - Quiz
Vul de vraag in die je moet stellen om het meewerkend voorwerp te vinden. Zet ook het antwoord (het meewerkend voorwerp) achter de vraag.
De politieagente gaf de fietser zonder licht een bekeuring.
Slide 18 - Open question
Aan de slag!
Aan de slag?
Aan de slag.
Slide 19 - Slide
More lessons like this
L17 Zinsdelen
April 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
April 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhalen
April 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC D1 L5 zinsleer (herhaling)
August 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
March 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2 BKT Lijdend voorwerp
March 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
SCC M10 L3 Voorwerpen en herhaling (zinsleer_DIFFERENTIATIE)
July 2023
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
March 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs