Instructie 13.1 Bloed max
1 / 26
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Waar worden bloedcellen gevormd?
A
In het bloed, door deling
B
Beenmerg
C
Lever
D
Milt
Slide 14 - Quiz
Wat is de functie van de witte bloedcellen?
A
Vervoert zuurstof
B
Functie bij de afweer
C
Helpt bij bloedstolling
Slide 15 - Quiz
Wat doen de bloedplaatjes
A
Helpen bij de bloedstolling
B
Zorgen ervoor dat je bloed zuurstof kan vervoeren
C
Vervoeren bepaalde vetten
D
Bloedplaatjes zijn onnodig
Slide 16 - Quiz
Hoe heet het eiwit in de rode bloedcellen dat zorgt voor de vervoer van zuurstof?
A
Hemoglobine
B
IJzerzouten
C
Bloedplaatje
D
Beenmerg
Slide 17 - Quiz
Hebben rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes een celkern in de cel?
A
Alleen rode bloedcellen
B
Alleen witte bloedcellen en bloedplaatjes
C
Alleen witte bloedcellen
D
Alleen bloedplaatjes
Slide 18 - Quiz
Deel 1 zijn ... en de taak is ...
A
witte bloedcellen, zuurstof transport
B
rode bloedcellen, zuurstof transport
C
bloedplaatjes, bloedstolling
D
rode bloedcellen, bloedstolling
Slide 19 - Quiz
Deel 3 zijn ... en de taak is ...
A
witte bloedcellen, zuurstof transport
B
witte bloedcellen, afweer tegen ziekten
C
bloedplaatjes, bloedstolling
D
rode bloedcellen, bloedstolling
Slide 20 - Quiz
Kunnen witte bloedcellen door de wand van de kleinste bloedvaten heen?
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quiz
vervoert zuurstof
verwijderd ziekteverwekkers
zorgt ervoor dat het bloed kan stromen/ vloeibaar blijft
maakt wondjes dicht
Slide 22 - Drag question
Welke cellen spelen een belangrijk rol bij de bloedstolling?
A
Bloedplasma
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen
Slide 23 - Quiz
Fibrinogeen speelt een rol bij de bloedstolling
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quiz
Wanneer je een wondje hebt, moet dat snel gedicht worden. Welke bloedbestanddelen spelen een rol bij het vormen van een korstje?
A
De bloedplaatjes, rode bloedcellen en witte bloedcellen
B
Fibrinogeen, bloedplaatjes en rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
Fibrinogeen, bloedplaatjes en witte bloedcellen
Slide 25 - Quiz
Zet de bloedstollende gebeurtenissen in de juiste volgorde!
Wondje
Bloedplaatjes
Stollingsfactoren
Bloedplasma
Beschadigde
Dekweefsel-
cellen
cellen
