What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3HV Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
Bijvoeglijk nw & bijwoord
3HV D'accord chapitre 2 (HMA)
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bijvoeglijk nw & bijwoord
3HV D'accord chapitre 2 (HMA)
Slide 1 - Slide
Herhaling: bijvoeglijk nw
- plaats
- vorm
Wat weet jij nog over dit onderwerp?
Check ook TB p. 37+38
Slide 2 - Slide
Kies het juiste bijv. nw:
Le livre est (intéressant)
A
intéressant
B
intéressante
C
intéressants
D
intéressantes
Slide 3 - Quiz
Kies het juiste bijv. nw:
Les livres sont (intéressant)
A
intéressant
B
intéressante
C
intéressants
D
intéressantes
Slide 4 - Quiz
Kies het juiste bijv. nw:
Madame Legrand est (petit)
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 5 - Quiz
Kies het juiste bijv. nw:
Madame Legrand est (jeune)
A
jeune
B
jeunes
C
jeunee
D
jeunees
Slide 6 - Quiz
Kies het juiste bijv. nw:
Les acteurs sont (français)
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises
Slide 7 - Quiz
Sleep de bijvoeglijke nw naar de goede plek.
La femme est .........
Les films sont ........
Le prof est ..........
Les maisons sont .........
belle
blanches
nouveau
longs
bonnes
Slide 8 - Drag question
Vul het juiste bijv. nw in.
La fille est (sportif)
Slide 9 - Open question
Vul het juiste bijv. nw in.
La pizza est (cher)
Slide 10 - Open question
Vul het juiste bijv. nw in.
La dame est (vieux)
Slide 11 - Open question
Vul het juiste bijv. nw in.
La route est (long)
Slide 12 - Open question
Vul het juiste bijv. nw in.
Les routes sont (dangereux)
Slide 13 - Open question
Komt het bijv. nw vóór of achter het zelfstandig nw?
voor
achter
beau
haut
joli
petit
premier
gros
anglais
orange
triste
intelligent
massif
bon
Slide 14 - Drag question
Bijwoord (1)
Wat is het verschil tussen een
bijvoeglijk naamwoord
en een
bijwoord
?
Exemple:
Een
beleefde
jongen. Un garçon
poli
.
Hij groet
beleefd
. Il salue
poliment
.
Slide 15 - Slide
Bijwoord (2)
Een bijwoord zegt iets over:
- een werkwoord
il skie
bien
- een bijvoeglijk nw
un
très
bon skieur
- een ander bijwoord
il skie
vraiment
bien
Slide 16 - Slide
Bijwoord (3)
Hoe maak je een bijwoord in het Frans?
Gebruik het
bijvoeglijk naamwoord!
1) Eindigt het bijv. nw op een klinker?
bijv. poli > poli
ment
2) Eindigt het bijv. nw op een medeklinker?
bijv. lent > lente > lente
ment
Slide 17 - Slide
Wat is het juiste bijwoord?
vrai > ......
Slide 18 - Open question
Wat is het juiste bijwoord?
heureux > ......
Slide 19 - Open question
Wat is het juiste bijwoord?
premier > ......
Slide 20 - Open question
Bijwoord (4)
Let op de volgende uitzonderingen:
Un
bon
photographe > Il photographie
bien (goed)
Un
mauvais
photographe > Il photographie
mal (slecht)
Un
meilleur
photographe > Il photographie
mieux (beter)
Hier is het bijwoord dus
zonder
'-ment'
Slide 21 - Slide
Sleep de woorden naar de goede plek!
goed
slecht
beter
mal
bon
mieux
meilleur
bien
mauvais
Slide 22 - Drag question
More lessons like this
3tvm- les 2 - Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
January 2021
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
le vendredi 14 janvier
January 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo 3 chapitre 2 Grammaire
February 2021
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3HV Grammaire chapitre 2
February 2020
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
le vendredi 3 décembre
November 2021
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Le mercredi 25 janvier (H3c-s04)
January 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le mercredi 6 février (H3c-s06)
February 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
La semaine 22 (31 mei - 4 juni)
May 2021
- Lesson with
42 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3