- Bedenk in tweetallen (of alleen) twee personen voor een verhaal (namen, karakter, eigenschappen, man/vrouw, hobby's, voorkeuren, uiterlijk).
- Wie van deze twee is de hoofdpersoon (protagonist)?
- Wat is het doel van deze hoofdpersoon (protagonist)?
- Wie/wat zijn de obstakels, hindernissen op weg naar het doel?
- Wie/ wat is de helper en/of tegenstander (antagonist)?