oefenen 5: maatschappelijke analyse en media

oefenen 5: 
Maatschappelijk analyse en media
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

oefenen 5: 
Maatschappelijk analyse en media

Slide 1 - Slide

Iets wat je belangrijk vindt en bij je belang past. Dit is altijd ÉÉN woord!!!! Kennis, rijkdom, gezondheid, veiligheid, vrijheid, etc.

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

Slide 2 - Open question

Dat waar een groep voordeel bij heeft.

Welk begrip hoort hierbij?

Slide 3 - Open question

Wel of geen maatschappelijk vraagstuk?
Pieter verliest zijn baan
A
Wel
B
Geen

Slide 4 - Quiz

Laaggeletterdheid is een maatschappelijk vraagstuk. Een maatschappelijk vraagstuk heeft vier kenmerken. Twee kenmerken zijn dat er verschillende meningen bestaan over de oplossing van het vraagstuk en dat het probleem door een gezamenlijke actie of door optreden van de overheid wordt opgelost/aangepakt.
- Noem twee andere kenmerken:
A
Veel mensen bemoeien zich ermee
B
De politiek heeft er ruzie over
C
Een invloedrijke groep in de maatschappij heeft er last van
D
het probleem krijgt aandacht in de media

Slide 5 - Quiz

Een maatschappelijk vraagstuk wordt pas een
politiek probleem wanneer het vraagstuk op de
politieke agenda staat.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

De media hebben verschillende functies.
Welke twee functies van de media zijn te herkennen in tekst 2?

A
de controlerende functie en de socialiserende functie
B
de informatieve functie en de amusementsfunctie
C
de meningsvormende functie en de controlerende functie
D
de socialiserende functie en de informatieve functie

Slide 8 - Quiz

De injectienaaldtheorie en de selectieve-perceptietheorie geven een verschillende uitleg over wat het effect is van media aandacht op de mening van de burgers over laaggeletterdheid.
 Leg voor beide theorieën uit welk gevolg de aandacht van de media zou kunnen hebben op de mening van burgers over laaggeletterdheid.
Doe het zo: neem het onderstaande over en vul het antwoord aan.
Injectienaaldtheorie: …
Selectieve-perceptietheorie: …

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Verschillende media worden door de overheid ingezet om laaggeletterden
te beïnvloeden. Zo willen gemeentes zoals Rotterdam en Schiedam
laaggeletterden overhalen om hulp te zoeken om beter te leren lezen en
schrijven.
Welke uitspraak past bij de tabel?
De meeste laaggeletterden......


A
hebben een baan.
B
hebben geen voortgezet onderwijs gevolgd.
C
zijn man.
D
zijn niet in Nederland geboren

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

De fracties van GroenLinks en PvdA in Almere hebben in tekst 4 via een motie het College van burgemeester en wethouders opgeroepen om te kijken naar de informatie die van de gemeente naar de burgers gaat. Vaak is die te moeilijk voor laaggeletterde mensen.
GroenLinks /PvdA behoren tot een politieke stroming.
Welk uitgangspunt van deze politieke stroming past het best bij de reden
waarom deze twee partijen een motie hebben ingediend?
De twee partijen willen....

A
burgers zelf zoveel mogelijk verantwoordelijkheid geven bij het oplossen van hun problemen.
B
een kleine rol voor de overheid.
C
nationalisme stimuleren.
D
opkomen voor de zwakkeren in de samenleving.

Slide 13 - Quiz

1

Slide 14 - Slide

In een democratie moeten de burgers kunnen beschikken over goede
informatie vanuit meerdere gezichtspunten. Een voorbeeld daarvan is
invloed uitoefenen op de politieke agenda.
 Welke andere rol van de media is te herkennen in tekst 5 op het
gebied van de democratische besluitvorming?

Slide 15 - Open question

v

Slide 16 - Slide

In de tekst komt niet alleen iemand aan het woord die een ongeluk heeft
gefilmd, maar ook de politie die woedend is over het gedrag van deze
filmers.
Bij een objectieve berichtgeving passen bepaalde criteria. Een van die
criteria is het scheiden van feiten en meningen.
 Welk ander criterium van objectieve berichtgeving is toegepast in
tekst 2?

Slide 17 - Open question

Naast commerciële belangen spelen er nog andere criteria een rol bij de
selectie van nieuws.
 Noem twee andere selectiecriteria die de media kunnen gebruiken bij
het plaatsen van foto’s en filmpjes van ongelukken en rampen.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Het Rode Kruis wil bespreekbaar maken dat het filmen van ongelukken
aangepakt moet worden.

 Noem een theorie van de massamedia die van toepassing is op de
campagne van het Rode Kruis.

Slide 20 - Open question

Wat is een referentiekader?
A
Een referentiekader is een wetenschappelijk model dat de werking van de natuur beschrijft.
B
Een referentiekader is een set van principes, normen en waarden waarmee iemand de wereld om zich heen begrijpt en interpreteert.
C
Een referentiekader is een manier om wiskundige problemen op te lossen.
D
Een referentiekader is een soort boek met definities en voorbeelden.

Slide 21 - Quiz