AMV examentraining 2024

Analyse maatschappelijk vraagstuk


1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Analyse maatschappelijk vraagstuk


Slide 1 - Slide

Schrijf de vier kenmerken op waar je aan kunt herkennen dat een probleem ook een maatschappelijk probleem is

Slide 2 - Open question

4 kenmerken van een maatschappelijk probleem/vraagstuk

- Er moet sprake zijn van een situatie die veel mensen onwenselijk vinden
- het is een probleem dat door de politiek of door een gezamenlijke actie kan worden opgelost
- het probleem krijgt de aandacht van de media
- er bestaan verschillende meningen over de oplossing van het probleem

Slide 3 - Slide

Je krijgt zo een slide te zien met een tekstbron
welk kenmerk van een maatschappelijk probleem herken je in de tekst?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welk kenmerk herken je in de vorige bron?

Slide 6 - Open question

Je krijgt zo een slide te zien met een tekstbron
welk kenmerk van een maatschappelijk probleem herken je in de tekst?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welk kenmerk van een maatschappelijk probleem herkende je in de vorige bron?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Lees tekst 2.

Het onderwerp dakloze jongeren is een maatschappelijk vraagstuk. Een maatschappelijk vraagstuk heeft een aantal kenmerken. Een kenmerk is dat het vraagstuk de aandacht krijgt van de media.

Noem twee andere kenmerken van een maatschappelijk vraagstuk en geef voor elk kenmerk aan waarom uit tekst 2 blijkt dat dit kenmerk van toepassing is.


Slide 11 - Open question

4 invalshoeken
- politiek-juridisch: welke regels of wetten bestaan erover?
- sociaaleconomisch: wie hebben er belang bij?
- sociaal-cultureel: wat vinden mensen ervan?
- veranderings- en vergelijkend: hoe werd er vroeger, of wordt er nu in
andere samenlevingen over gedacht?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Lees tekst 1.

Een maatschappelijk vraagstuk als dakloze jongeren kun je vanuit vier verschillende invalshoeken bekijken, bijvoorbeeld vanuit de sociaalculturele invalshoek.

Leg uit welke twee andere invalshoeken naar voren komen in de alinea 1 van tekst 1.

Slide 14 - Open question

Functies van de media voor onze samenleving
- Bindende functie (het bindt ons als volkje aan elkaar)
- Socialiserende functie (we leren gedrag aan en af)
- Informerende functie (we krijgen nieuwe informatie)
- Educatieve functie (we leren wat)
- Amuserende functie (we vermaken ons)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Welke functie van de massamedia moet worden vervuld om de campagne uit tekst 4 succesvol te maken?



A
amusement functie
B
controle en waakhond
C
socialiserende functie
D
controle functie

Slide 17 - Quiz

Selectie maken..... selectie criteria
Bij het maken een selectie welk nieuws er wordt uitgezonden houden redacties rekening met: 
-  waarden en normen van de journalisten (referentiekader)
• actualiteit
• uitzonderlijkheid
• nabijheid
• de doelgroep
• commerciële belangen (levert het geld op)
• de belangstelling van een (groot) publiek
• identiteit van het medium

de punten noem je ook wel: de selectie criteria !! 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Tekst 1 is verschenen op de website van de NOS. Niet alles wat er gebeurt, verschijnt in een krant, op een website, of wordt uitgezonden door een televisiezender. Bij de selectie van nieuws spelen een aantal criteria een rol.

Noem twee selectiecriteria die een rol gespeeld kunnen hebben bij de beslissing van de NOS-redactie om tekst 1 te plaatsen op de website van de NOS. Geef bij beide selectiecriteria een verklaring.

Slide 20 - Open question

Objectieve berichtgeving
Objectieve berichtgeving kun je op de volgende herkennen, dit noemen we ook wel
journalistieke normen:
 
• Hoor en wederhoor (altijd twee kanten aan het woord laten)
• Het controleren van feiten via een andere bron
• Het scheiden van feiten en meningen


Voldoet een tekst niet aan de bovenstaande feiten? Dan is het een subjectieve tekst.
In een subjectieve tekst staat vaak één mening en deze is vaak bedoeld om mensen over te
halen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Zie tekst 1.
Zo objectief mogelijke nieuwsverstrekking moet voldoen aan drie criteria. Een criterium is het scheiden van feiten en meningen.
Leg uit of in tekst 1 wel of niet aan het criterium ‘scheiden van feiten en meningen’ is voldaan.


Slide 23 - Open question

Beïnvloedingen theorieën 
Injectienaaldtheorie
Framingtheorie
Agendatheorie
Theorie van selectieve perceptie 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Er bestaat een aantal theorieën over de beïnvloeding van mensen door de media. Een van die theorieën is de framingtheorie.
Leg uit hoe beïnvloeding van mensen door de media werkt volgens de framingtheorie.
Geef een voorbeeld uit tekst 3 dat past bij de werking van media volgens de framingtheorie.

Slide 26 - Open question