feedback writing

Unit Babel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Unit Babel

Slide 1 - Slide

wat doen we vandaag?

Writing assessment feedback

Slide 2 - Slide

feedback writing
-Denk aan je titel!!
-Oefen met zinsbouw en woordvolgorde

Slide 3 - Slide

Heeeele lange zin
Deze platformen zijn heel goed voor docenten omdat ze kan hun les daar uploaden en ook huiswerk geven en voor de studenten het is ook goed omdat alle lessen zijn bij elkaar op 1 plek.  

Slide 4 - Slide

Oplossing: korte zinnen
Deze platformen zijn heel goed voor docenten, omdat ze daar hun les kunnen oploaden. 
Ook kunnen ze huiswerk geven. 
Voor studenten is het ook goed, omdat alle lessen bij elkaar zijn op 1 plek. 

Slide 5 - Slide

In de eerste deel van deze presentatie ga ik over de negatieve effecten van videogames en waarom het maakt mensen agressief. Verbeter de zin.

Slide 6 - Open question

Task 15 min.
Herschrijf 3 zinnen waar veel fouten in staan (zinsbouw en grammatica)
Schrijf je nieuwe zinnen op een papier.
Laat je nieuwe zinnen controleren op fouten.

Lever je assessment weer in.

Slide 7 - Slide

Hoofd- en bijzinnen


Hoofdzin: 
  1. Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar. 
  2. Er kunnen geen andere zinsdelen tussen staan.
  3. De persoonsvorm staat in de hoofdzin vooraan (op de 1e of 2e plaats).
Bij samengestelde zinnen kun je onderscheid maken in hoofd- en bijzinnen.

Slide 8 - Slide

Hoofd- en bijzinnen
Voorbeeld: 
  • In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje, want daar mijn tante woont . 
  • Is de zin goed of fout? Waarom?


Slide 9 - Slide

Zo maak je goede hoofdzinnen en bijzinnen: 

Ik koop een broodje, omdat ik honger heb.
  • In de hoofdzin staan onderwerp en persoonvorm altijd naast elkaar
  • Bijzin: voegwoord-onderwerp-evt andere woorden-persoonsvorm
  • In een bijzin staat de persoonsvorm dus vaak ACHTERAAN!

Slide 10 - Slide

Ik werd vanochtend wakker. 

Ik sprong onder de douche.

Je kunt deze twee zinnen ook verbinden met een woord ertussen.

Ik werd vanochtend wakker en sprong onder de douche.



Dat noemen we een samengestelde zin. Jullie maken veel samen-

gestelde zinnen maar met heel veel fouten! Daarom extra uitleg vandaag.



Het woordje 'en' verbind hier de twee zinnen aan elkaar.

Slide 11 - Slide

Je kunt zinnen op heel veel manieren aan elkaar verbinden. Let op: en, of maar want en dus: daarna staan persoonsvorm en onderwerp op dezelfde plaats als in de hoofdzin. Maar bij de andere voegwoorden verandert de structuur van de zin.
Ik sprong onder de douche, want ik was nog niet helemaal wakker.
Ik sprong onder de douche, omdat ik nog niet helemaal wakker was.

Ik was nog niet helemaal wakker, dus sprong ik onder de douche.

Slide 12 - Slide

Samengestelde zinnen

  • Hebben meerdere persoonsvormen (pv's) (werkwoorden) en kunnen bestaan uit:
  • Hoofdzin + Hoofdzin
  • Hoofdzin + Bijzin
  • Bijzin + Hoofdzin



Slide 13 - Slide

Maak van de twee zinnen één lange zin door ze te verbinden met het voegwoord 'en'.
- Noud heeft een boek gekregen.
- Hij leest daar dagelijks in.

Slide 14 - Open question

Voorbeelden van samengestelde zinnen:

Slide 15 - Slide

          VRAGEN

Kijk naar de volgende samengestelde zinnen. Geef aan uit welke zinnen de zin bestaat. 

Slide 16 - Slide

We gaan met de klas naar Parijs en we zullen daar een week blijven.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-hoofdzin

Slide 17 - Quiz

Als we in Parijs zijn, wil ik graag wat kledingwinkels bezoeken.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-hoofdzin

Slide 18 - Quiz

Ik dacht dat we gingen fietsen.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-hoofdzin

Slide 19 - Quiz

Wat is het voegwoord? Schrijf die op.
Tamia stuurt je een foto, zodat je haar niet vergeet.

Slide 20 - Open question

Oefenen
Maak de oefeningen op het kopie.

Slide 21 - Slide