3.15.1 Schrijfstrategieën: notities nemen

1- Deel van een groter geheel
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1- Deel van een groter geheel

Slide 1 - Slide

Tip: breng structuur aan in je notities

  • niet zomaar alles onder elkaar 
  • tekstverbanden, signaalwoorden

Slide 2 - Slide

- maatschappelijk probleem

- chronologie

- vergelijking

Slide 3 - Slide

Bepaal op basis van de notities hoe de leerstof gestructureerd werd door de leerkracht.
A
In de les werd er een maatschappelijk probleem besproken.
B
In de les werd er een chronologie besproken bv. de belangrijkste gebeurtenissen uit de 20e eeuw.
C
In de les werd er leerstof vergeleken.

Slide 4 - Quiz

- maatschappelijk probleem

- chronologie

- vergelijking

Slide 5 - Slide

Bepaal op basis van de notities hoe de leerstof gestructureerd werd door de leerkracht.
A
In de les werd er een maatschappelijk probleem besproken.
B
In de les werd er een chronologie besproken bv. de belangrijkste gebeurtenissen uit de 20e eeuw.
C
In de les werd er leerstof vergeleken.

Slide 6 - Quiz

Tip: breng structuur aan in je notities

Slide 7 - Slide

2- Ik kan nooit alles noteren wat de leerkracht zegt!

Slide 8 - Slide

2- Ik kan nooit alles noteren wat de leerkracht zegt!
          
       bedoeling
 tenzij leerkracht het zo aangeeft

 Wat kan je doen?

Slide 9 - Slide

We spreken sneller dan we kunnen schrijven. Wat kan je doen om toch goede notities te nemen?

Slide 10 - Open question

 Wat kan je doen om toch goede notities te nemen?

  • geen volzinnen 
  • afkortingen en symbolen
  • Wat is belangrijk?
  • Waar en hoe past dit in het verhaal?
  • Kan ik een verband leggen met wat ik al ken of weet?

Slide 11 - Slide

Welke afkortingen gebruiken jullie al?

Slide 12 - Mind map

Hoe zou je volgend woord afkorten?
maatschappij

Slide 13 - Open question

Hoe zou je volgend woord afkorten?
voorwaarde

Slide 14 - Open question

Hoe zou je volgend woord afkorten?
voorwerp

Slide 15 - Open question

Hoe zou je volgend woord afkorten?
in functie van

Slide 16 - Open question