Keuzedeel ondernemerschap les 10, financieel plan, 16 januari 2024

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

D1-K1: Start en/of runt een zzp-onderneming
D1-K1-W1: Bepaalt het (toekomst)beeld van de onderneming
D1-K1-W2: Geeft de zzp-onderneming/eenmanszaak vorm
D1-K1-W3: Regelt het financiële gedeelte (van het opstarten) van de onderneming
D1-K1-W4: Bewaakt, registreert en verantwoordt de financiële situatie
D1-K1-W5: Presenteert en promoot de onderneming
D1-K1-W6: Koopt in voor de onderneming (producten en/of diensten)
D1-K1-W7: Verwerft opdrachten/bindt klanten

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Het financiële plan
De financiële situatie van je onderneming van te voren
goed in kaart brengen

Wat staat je te wachten?

Kan je goed rond komen?

Heb je investeerders nodig?

Slide 4 - Slide

Het financiële plan
Ondernemen zonder financieel plan..............

Slide 5 - Slide

Het financiële plan
Wat ga je verdienen met je onderneming?

Hoe kom je aan geld om de onderneming te 
financieren?

Hoeveel moet je verkopen van je product/dienst?

Slide 6 - Slide

Omzetbelastingswetgeving
Een extra inkomstenbron voor de overheid

Omzetbelasting over de omzet die je maakt

BTW (belasting over de toegevoegde waarde)

Concreet:
Je draagt belasting af over de producten en diensten die je verkoopt
BTW wordt door de klant betaald




Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Omzetbelastingswetgeving
Hoe weet je nou als ondernemer 
hoeveel procent btw je over jouw 
producten of diensten moet 
betalen?

Slide 9 - Slide

Omzetbelastingswetgeving
Drie BTW tarieven

21% (algemene BTW tarief)
9%   (bijzonder tarief)
0%   (bijzonder tarief)

Slide 10 - Slide

Welk btw-tarief geldt voor jouw onderneming?

Slide 11 - Open question

Noem een branche die vrijgesteld is van btw.

Slide 12 - Open question

Omzetbelastingswetgeving
0% tarief geldt voor producten en diensten die
geëxporteerd worden.
In land van bestemming wordt de btw betaald

Vrijgesteld van btw:
Gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs,
postdiensten, uitvaartondernemers.

Slide 13 - Slide

Omzetbelastingswetgeving
9% tarief geldt voor producten en diensten waarvan
de overheid wil dat ze voor iedereen toegankelijk
zijn of waarvan de overheid de aanschaf wil 
stimuleren.

Bv. voedsel, geneesmiddelen, kappers, 
fietsen repareren, boeken, kunst

Slide 14 - Slide

Omzetbelastingswetgeving
LET OP!!!!!!

De btw die door de klant betaald
wordt, houd je dus niet zelf, maar
draag je af aan de belastingdienst.

Slide 15 - Slide

Omzetbelastingswetgeving
Hoeveel moet je afdragen?

Hoeveel heb je verkocht/hoeveel
inkopen heb je gedaan voor je 
onderneming?

Slide 16 - Slide

Omzetbelastingswetgeving
Het verschil hiertussen
moet je betalen........
of krijg je terug

Slide 17 - Slide

Omzetbelastingswetgeving
Voorbeeld:
Klanten hebben in totaal 12.000  euro btw betaald 
over de bestellingen

Je hebt voor 25.000 euro inkopen gedaan.
BTW (21%) is 5250 euro

12.000 - 5250 = 6750 euro


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

De kleineondernemersregeling
Heeft u per kalenderjaar een omzet van niet
meer dan € 20.000? Dan kunt u kiezen voor de
kleineondernemersregeling (KOR).

  • Geen btw berekenen aan de klant
  • Geen btw terugvragen
  • Geen btw aangifte doen



Slide 20 - Slide

Wat is een balans?
Geeft inzicht in de financiële situatie van een 
onderneming

Momentopname 

Twee zijden






Slide 21 - Slide

Hoe is een balans opgebouwd?
Twee zijden:

Debetzijde (links): alle bezittingen van de 
organisatie, activa, dus activazijde

Creditzijde (rechts): alle schulden van de 
organisatie, passiva, dus passivazijde

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

€ 132.100

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Break even point
Het break-even punt is het punt waarin de totale opbrengsten 
(TO) precies gelijk zijn aan de totale kosten (TK) 
van een onderneming. 
In het break-even punt maakt een onderneming 
geen winst of verlies.

Slide 27 - Slide

Aan de slag
Lees examenopdracht 3 en 4.

Welke begrippen ken je (nog) niet?
Wat wil je nog leren?



Slide 28 - Slide