Keuzedeel ondernemerschap MBO, les 14, 14 maart, herhaling en quiz

1 / 43
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

D1-K1: Start en/of runt een zzp-onderneming
D1-K1-W1: Bepaalt het (toekomst)beeld van de onderneming
D1-K1-W2: Geeft de zzp-onderneming/eenmanszaak vorm
D1-K1-W3: Regelt het financiële gedeelte (van het opstarten) van de onderneming
D1-K1-W4: Bewaakt, registreert en verantwoordt de financiële situatie
D1-K1-W5: Presenteert en promoot de onderneming
D1-K1-W6: Koopt in voor de onderneming (producten en/of diensten)
D1-K1-W7: Verwerft opdrachten/bindt klanten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
  • Je haalt kennis op, die in eerdere lessen is opgedaan
  • Je maakt je de lesstof (meer) eigen die je moeilijk vindt
  • Je bespreekt je vragen/opdrachten met Noortje/Yvonne

Hierna kun je verder met het maken van de opdrachten en het onderdeel 'financieel plan' in het ondernemersplan.

Slide 3 - Slide

De linkerkant van de balans heeft de debetzijde
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
1. aan de creditzijde van de balans staan de schulden
2. een ander woord voor schulden is activa

A
Beide uitspraken zijn juist
B
uitspraak 1 is juist, uitspraak 2 is onjuist
C
uitspraak 1 is onjuist, uitspraak 2 is juist
D
beide uitspraken zijn onjuist

Slide 5 - Quiz

Is de volgende uitspraak juist of onjuist? Op de financieringsbegroting staan de begrippen enkel vermogen en vreemd vermogen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Is de volgende uitspraak juist of onjuist? Belangrijke onderdelen van de exploitatiebegroting zijn omzet, inkoopkosten, brutowinst, algemene kosten en financieringsvormen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

timer
0:45
Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 8 - Drag question

Is de volgende uitspraak juist of onjuist? Op de liquiditeitsbegroting staan de bedragen inclusief btw.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
de btw
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 10 - Quiz

Bij welke begroting hoort deze uitspraak?

'ik krijg iedere maand huur- en zorgtoeslag'
A
Exploitatiebegroting
B
liquiditeitsbegroting
C
privé begroting
D
financieringsbegroting

Slide 11 - Quiz

Bij welke begroting hoort deze uitspraak?

'ik heb in ieder geval een auto nodig om mijn dienst te kunnen leveren'
A
Investeringsbegroting
B
liquiditeitsbegroting
C
privé begroting
D
financieringsbegroting

Slide 12 - Quiz

Wat is investeren?
A
Het lenen van geld
B
Winst maken
C
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
D
Produceren en verkopen

Slide 13 - Quiz

Bij welke begroting hoort deze uitspraak?

'Ik leen geld van mijn familie om te kunnen starten met ondernemen'
A
Investeringsbegroting
B
liquiditeitsbegroting
C
privé begroting
D
financieringsbegroting

Slide 14 - Quiz

Bij welke begroting hoort deze uitspraak?

'ik wil weten hoeveel omzet ik moet draaien om winst te kunnen maken'
A
exploitatiebegroting
B
liquiditeitsbegroting
C
privé begroting
D
financieringsbegroting

Slide 15 - Quiz

Wie betaalt de BTW?
A
De Belastingdienst
B
De consument
C
De Fabrikant
D
De winkelier

Slide 16 - Quiz

Bij welke begroting hoort deze uitspraak?

'ik zorg dat ik voortdurend voldoende geld in kas heb om rekeningen te kunnen betalen'
A
exploitatiebegroting
B
liquiditeitsbegroting
C
privé begroting
D
financieringsbegroting

Slide 17 - Quiz

Opdracht 5
  • Deadline is vrijdag 10 maart.
  • Overleg met Noortje of Yvonne als je nog niet bij bent qua opdrachten en/of nog feedback verwacht.
  •   Tip! Werk je urenregistratie bij.
     
Volgende les
Dinsdag 14 maart
W1 t/m W7: Samenstellen van het plan voor je onderneming

Slide 18 - Slide

Voor alle begrotingen van het financiële plan geldt dat de bedragen exclusief btw worden vermeld
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 20 - Quiz

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 21 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
1. Je voorraad valt onder vlottende activa.
2. De inrichting van je bedrijfspand valt onder de passiva

A
Beide uitspraken zijn juist
B
uitspraak 1 is juist, uitspraak 2 is onjuist
C
uitspraak 1 is onjuist, uitspraak 2 is juist
D
beide uitspraken zijn onjuist

Slide 22 - Quiz

Het aanbod op de woningmarkt stijgt. Wat betekent dat?
A
Er komen meer huizen in de verkoop
B
Er worden minder nieuwe woningen gebouwd.
C
Meer mensen willen een huis kopen.
D
Mensen blijven langer in hetzelfde huis wonen

Slide 23 - Quiz

Wat zijn geen bedrijfskosten?
A
kosten van het gebouw
B
inkoopkosten
C
salaris van het personeel
D
reclamekosten

Slide 24 - Quiz

Wat is de nettowinst:
A
de brutowinst - de bedrijfskosten
B
de bedrijfskosten - de brutowinst
C
de brutowinst + de bedrijfskosten
D
de bedrijfskosten + de brutowinst

Slide 25 - Quiz

Bij een eenmanszaak kun je géén personeel in dienst nemen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Voor het plaatsen van een reclamebord op je bedrijfspand heb je een omgevingsvergunning nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Bij deze rechtsvorm is er altijd
maar één eigenaar.
A
VOF
B
BV
C
Eenmanszaak
D
NV

Slide 28 - Quiz

Noem 3 dingen waardoor je risico's kan afdekken in je onderneming

Slide 29 - Open question

Bij een eenmanszaak ben je hoofdelijk aansprakelijk met je privévermogen als het misgaat
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Bij deze rechtsvormen ben je
NIET hoofdelijk aansprakelijk
voor schulden van het bedrijf.
A
Eenmanszaak en VOF
B
VOF en BV
C
BV en NV
D
NV en Eenmanszaak

Slide 31 - Quiz

Een balans is een overzicht van
A
bezit, schuld en vreemd vermogen.
B
bezit, winst en vreemd vermogen.
C
bezit, schuld en eigen vermogen.
D
bezit, winst en eigen vermogen.

Slide 32 - Quiz

Onder welke categorie valt een hypothecaire lening?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 33 - Quiz

Rinus heeft zijn eigen glazenwassersbedrijf. Elke dag wast hij de ramen bij mensen thuis. Zijn administratie laat hij doen door een administratiekantoor.
In zijn bedrijf heeft hij onder andere de volgende kosten.
Zijn dit vaste of variabele kosten? Sleep de kosten naar de juiste plek.
Vaste kosten
Variabele kosten
Afschrijving van de bedrijfswagen.
Benzinekosten
Kosten van water
Maandelijkse vergoeding aan het administratiekantoor.

Slide 34 - Drag question


Huur van kantoorruimte komst te staan op de
A
investeringsbegroting
B
financieringsbegroting
C
liquiditeitsbegroting
D
exploitatiebegroting

Slide 35 - Quiz


Wat is een Rekening Courant?
A
De rekening die je betaalt voor het lidmaatschap op een krant.
B
Een spaarrekening waarvan je niks mag afhalen.
C
Een rekening die je afsluit voor een periode van 1 jaar.
D
Een betaalrekening waarop je rood mag staan.

Slide 36 - Quiz

Marketing is hetzelfde als reclame
A
Juist, marketing en reclame zijn synoniemen
B
Onjuist, marketing is onderdeel van reclame
C
Onjuist, reclame is onderdeel van marketing
D
Dit is per branche verschillend

Slide 37 - Quiz

En......... hoe is het met jullie kennis gesteld?
A
Toppie!!!
B
C
Kan ik nog een ander keuzedeel kiezen?
D

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Bedrijfsbezoek dinsdag 28 maart






Ga op dinsdag 28 maart mee naar Eindhoven 
voor een uniek kijkje achter de schermen!

Slide 40 - Slide

 SX Eindhoven is dé plek in Nederland waar sport, marketing en media samenkomen.
Meer dan 50 ondernemers hebben daar hun kantoor en állemaal zijn ze gek op sport. Speciaal voor studenten van het Johan Cruyff College is dit programma samengesteld:

- Een rondleiding door SX
- Een presentatie van sportmarketingbureau Triple Double
- Een workshop waarin je aan de slag gaat met je ‘personal branding’ in je sport
- En je kunt Jordy Koppen van PSV álles vragen over het gebruik van social media (in de sport).
- Optioneel kun je een bezoek brengen aan het Philips Stadion van PSV.

Het programma is dinsdag 28 maart van 10.00-14.45 uur in Eindhoven.

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Planning
Volgende les: 21 maart W1 t/m W7, samenstellen van het plan 
voor je onderneming

Overleg met Noortje of Yvonne als je nog niet bij bent met 
de opdrachten en/of nog feedback verwacht

Vrijdag 24 maart deadline opdracht 6

En.......... denk aan je urenadministratie!!!!!!


Slide 43 - Slide