Klas H3 week 7 les 1

Bienvenu(e)s!
Lesdoelen (buts)

Je leert woorden en zinnen rondom eten en drinken en iets bestellen in een restaurant e.d.
Wat ga je doen?
Ga in het digitale lesmateriaal naar

SlimStampen

chap. 5  Voca B

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bienvenu(e)s!
Lesdoelen (buts)

Je leert woorden en zinnen rondom eten en drinken en iets bestellen in een restaurant e.d.
Wat ga je doen?
Ga in het digitale lesmateriaal naar

SlimStampen

chap. 5  Voca B

Slide 1 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Ken ik de uitspraakregels voor de q g en s
- Kan ik vertellen over wat ik dit weekend gedaan heb
- Heb ik een kijk- en luisteropdracht gedaan




Slide 2 - Slide

Uitspraak: q, g et s

Slide 3 - Slide

na de q schrijf je in het Frans altijd een u maar die hoor je niet
luister naar het geluidsfragment
uitspraak quand, qu’est-ce que en depuis que

Slide 4 - Slide

hoe zou jij deze woorden uitspreken
1: parce que
2: presque
3: jusqu’ à

Slide 5 - Slide

de uitspraak van de g
de Franse g klinkt niet als de Nederlandse g
végétarien
manger 
de Franse g

Slide 6 - Slide

En voor alle andere letters dan i, e of y?
voor alle andere letters spreek je de g uit zoals in het woord goal
les legumes [leeguum]
regarder [regaardee]
goût [ goe]

probeer zelf
grâce à
la gorge


als de g niet gevolgd wordt door een i, e of y

Slide 7 - Slide

le son s

Slide 8 - Slide

de s spreek je meestal niet uit in het Frans

Luister maar naar de woorden
tu es
jamais
tu prends

nu jij
je suis
des médicaments
tu as
de s hoor je niet

Slide 9 - Slide

Nog een paar voca woorden 
- le dos
- le corps
- sans
- les doigts
- le bras
- le temps

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

wanneer de s gevolgd wordt door een klinker of een stomme h spreek je de s uit als een z
pas encore
nous avons
les animaux
de s als z

Slide 12 - Slide

Hoe maak je de passé composé?
A
avoir + voltooid deelw.
B
être + voltooid deelw.
C
avoir of être + voltooid deelw.
D
avoir en être + voltooid deelw.

Slide 13 - Quiz

wij hebben gegeten
A
nous avons mangé
B
on a mangé
C
nous sommes mangé
D
on est mangé

Slide 14 - Quiz

Kijk- en luisterfragment
Je gaat kijken en luisteren naar een fragment en hierover vragen beantwoorden

Slide 15 - Slide

5

Slide 16 - Video

Départ

  1. Après ce cours tu sais:
  • parler de ton week-end dernier


Slide 17 - Slide

Praten over je weekend

  • Bekijk het schema
  • In de p.c. voor de acties
    --> J'ai mangé 
  • In de imp hoe het was
    --> c'était bon

Slide 18 - Slide

Hoe zeg je:
"Afgelopen weekend heb ik pizza gegeten. "

Slide 19 - Open question

Vertel nog 2 dingen die je in het weekend gedaan hebt

Slide 20 - Open question

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 21 - Slide

00:10
Wat doet Alice 's ochtends
A
tv kijken,met haar zus , broodje
B
radio luisteren, met broer, eitje
C
tekenfilm, met broertje, ontbijtgranen
D
boek lezen, alleen, koffie

Slide 22 - Quiz

00:20
Wat doet ze daarna (tijd, actie, wie)

Slide 23 - Open question

00:33
Wat zijn 'tâches ménagères'?

Slide 24 - Open question

00:51
Hoe laat gaat ze naar haar grootouders?
A
5 uur 's middags
B
half 6 's avonds
C
7 uur 's avonds
D
half 8 's avonds

Slide 25 - Quiz

01:06
Noem één ding dat ze bij haar grootouders doet

Slide 26 - Open question