This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Workshop: biertje???
Welkom namens:
- Mark Eijer
- Roy Krabbenbos
(Begin vast met vraag 1 van je werkblad)
Slide 1 - Slide
Antwoorden vraag 1:
Engels: Cheers
Noors: Skoll
Zweeds: Skall
Grieks: Ade yamas
Italiaans: Chin chin
Turks: Sherefe
Slide 2 - Slide
Waarom geven wij de workshop?
Dagelijks leven, sporten, werken, vrienden, relatie, hobby's en alcohol gebruik in balans.
Slide 3 - Slide
Biertje??? Weet jij wat je drinkt?
Slide 4 - Slide
Feit of Fabel....
Bier en pils is hetzelfde
A
Feit
B
Fabel
Slide 5 - Quiz
Fabel!
Pils is altijd bier maar niet ieder bier is pils, huh?
Bier is een soort drank.
Pils is een soort bier.
Fabel!
Pils is altijd bier maar bier is niet altijd pils.
Bier is een soort drank.
Pils is een soort bier.
Slide 6 - Slide
Waar komt het woord bier vandaan?
A
De Eqyptenaren
B
De Sumerische nomaden
C
De Chinezen
D
De Vikingen
Slide 7 - Quiz
De naam bier...
De Vikingen gebruikten 'aul' voor een soort gerstenat en in het zogenaamde Kerkslavisch bestaat het woord 'olu' wat eveneens 'bier' betekent. Al deze woorden zouden familie zijn van het Latijnse alumen, dat 'aluin' betekent. Dit kan een omschrijving zijn voor een bittere smaak
Slide 8 - Slide
Werkblad
Ga verder met invullen van de vragen waar een 2 bij staat.
Mag in overleg met je groepje.
Slide 9 - Slide
Antwoorden vraag 2:
Ingrediënten: Mout, water, hop en gist
Afbraak alcohol: C (zweten)
Grootste bierdrinkers: Tsjechië, VS, Nederland, België
Slide 10 - Slide
Als het gaat over bier drinken gaat het (ook) om gebruik van alcohol. Wat zijn de gevolgen?
Beantwoord vraag 3 op het werkblad (achterkant). Maak de juiste verbindingen tussen soort drank - promillage - calorieën - bewegingsvorm.
+
Noteer voor jezelf zo eerlijk mogelijk hoeveel alcoholische dranken je gemiddeld in een week drinkt.