Membranen in cellen zijn semi-permeabel
Gassen (zuurstof, koolstofdioxide), kleine polaire moleculen (water, alcohol) en hydrofobe moleculen kunnen passeren
Grote polaire moleculen (glucose, aminozuren) en geladen moleculen (bv. Na+, Cl-) kunnen niet passeren
Water kan heel langzaam door het membraan