This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
§3.3 Moleculaire stoffen
Slide 1 - Slide
Moleculaire stoffen: 3.3
Atoombinding
Vanderwaalsbinding
Eigenschappen
Covalentie
Slide 2 - Slide
Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit:
A
metalen én niet-metalen
B
ionen
C
niet-metalen
D
metalen
Slide 3 - Quiz
Moleculaire stoffen kunnen:
A
In vaste en vloeibare fase NIET geleiden
B
In vaste fase en in vloeibare fase WEL geleiden
C
In vaste fase WEL geleiden in vloeibare fase NIET
D
In vaste fase NIET geleiden, in vloeibare fase WEL
Slide 4 - Quiz
Moleculaire stoffen
Een moleculaire stof bestaat uit moleculen. Het bestaat uit nniet-metaal atomen die aan elkaar zitten.
Metalen zijn geen moleculaire stof, want die bestaan alleen uit een rooster van metaalatomen.
Zouten zijn geen moleculaire stof, want die bestaan alleen uit een rooster van ionen (dat zijn geladen atomen). Hier leer je later meer over.
Slide 5 - Slide
Moleculaire stof
Geen moleculaire stof
Moleculaire stof of niet?
Aluminiumfolie
Suiker
Zout
Azijn
Methaan
Zuurstof
Slide 6 - Drag question
Eigenschappen van moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen bevatten alleen niet-metaal atoomsoorten.
Moleculaire stoffen geleiden geen stroom.
Moleculaire stoffen hebben meestal een laag kookpunt en smeltpunt.
Hoe komt dat? Dat wordt uitgelegd door de soorten bindingen die voorkomen in moleculaire en niet-moleculaire stoffen.
Slide 7 - Slide
Soorten bindingen
Je kan de soorten bindingen indelen in twee groepen:
Er zijn bindingen die plaatsvinden in moleculen, dus tussen atomen: atoombinding.
Er zijn ook bindingen die plaatsvinden tussen moleculen. Hierbij horen: vanderwaalsbindingen waterstofbrug.
Slide 8 - Slide
Bindingen tussen atomen
Een atoombinding is een binding tussen twee atomen in een molecuul.
Slide 9 - Slide
Bindingen tussen moleculen
Vanderwaalsbinding en waterstofbrug
Een Vanderwaalsbinding is een binding tussen twee moleculen: de moleculen trekken elkaar aan.
Hoe groter het molecuul, hoe groter de aantrekkingskracht en hoe moeilijker de verbinding weer te verbreken is. Daarom hebben grote moleculen een hoger kookpunt dan kleine moleculen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Vraag
Waarom worden de kookpunten steeds hoger?
timer
1:00
Slide 13 - Slide
Covalentie = hoeveel bindingen kan een atoom maken
groep
aantal bindingen
edelgassen
18
0
halogenen
17
1
zuurstof/zwavel
16
2
stikstof/fosfor
koolstof/silicium
15
14
...
....
Slide 14 - Slide
Covalentie =
aantal bindingen = 'aantal kolommen naar edelgas'
groep
aantal bindingen
edelgassen
18
0
halogenen
17
1
zuurstof/zwavel
16
2
stikstof/fosfor
koolstof/silicium
15
14
3
4
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
De theorie: Atomen streven naar een edelgasconfiguratie
Ze streven naar wat ????
2 of 8 elektronen in de buitenste schil
hiervoor kunnen atomen elektronen delen
dit vormt een atoombinding
Slide 17 - Slide
timer
1:00
Slide 18 - Slide
Valentie en Covalentie
Valentie electronen: de electronen in de buitenste schil
Covalentie: hoeveel electronen het atoom nog nodig heeft om de buitenste schil te vullen = het aantal bindingen dat het atoom aangaat
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Wat is de covalentie van zuurstof?
timer
0:30
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 21 - Quiz
Wat is de covalentie van koolstof?
timer
0:30
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 22 - Quiz
Structuurformules
Slide 23 - Slide
Voorbeeld: waterstof
H heeft 1 valentie-elektron, wil er 1 bij.
Covalentie = 1
Molecuulformule = H2 Structuurformule = H-H
H + H
H2
Slide 24 - Slide
Zuurstof
Zuurstof heeft valentie 6 (6e in buitenste schil) en wil dus graag 2 elektronen er bij zodat het 8 e in buitenste schil heeft: Covalentie = 2
Molecuulformule O2 en Structuurformule O=O
O + O
O2
Slide 25 - Slide
structuurformule tekenen
- bepaal hoeveel bindingen ieder atoom aangaat
- verbind de atoomsoorten met streepjes (1 streepje = e-paar)
- dubbele of zelfs 3-dubbele bindingen zijn mogelijk
- controleer of alle atomen hun bindingen compleet hebben
Slide 26 - Slide
structuurformules tekenen
- maak onderstaande structuurformules af
Slide 27 - Slide
Atoomroosters
Groot netwerk van atomen die via atoombindingen verbonden zijn. STERK