3.3 Moleculaire stoffen

3.3 Moleculaire stoffen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

3.3 Moleculaire stoffen

Slide 1 - Slide

Programma
Activiteit
Doel
Tijdsduur
-Huiswerk nakijken
Reflecteren op vorige leerdoelen
10 min
-Formatieve check
10 min
-Atoombindingen
Nieuwe leerdoelen introduceren
20 min
-Structuurformules
20 min
-Oefenen
Nieuwe leerdoelen verwerken
20 min

Slide 2 - Slide

Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.

De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Reflecteren op vorige leerdoelen
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt moleculaire stoffen op micro- en macroniveau beschrijven.
  • Je kunt de begrippen atoombinding en covalentie uitleggen en toepassen.
  • Je kunt moleculen in structuurformules weergeven.
  • Je kunt het begrip vanderwaalsbinding uitleggen en toepassen.

Slide 5 - Slide

Vanderwaalsbinding

Moleculen trekken elkaar aan, dit komt door de vanderwaalsbinding.
  • Een onzichtbare binding tussen de moleculen.

  • Afhankelijk van de massa, hoe groter de massa van een molecuul, hoe groter de vanderwaalsbinding.

  • Zwaardere moleculen hebben daardoor een hoger smelt/kookpunt.

  • Tijdens de gasfase is er dus geen vanderwaalsbinding!


Slide 6 - Slide

Waarom worden moleculen gevormd?
  • ALLE atomen willen zoals de edelgassen zijn.
  • Edelgassen hebben altijd 8 elektronen in de buitenste schil zitten. (behalve He)
  • ALLE atomen willen 8 elektronen hebben in hun buitenste schil. (behalve H)

Edelgasconfiguratie!
Hoe gaan ze dit doen?

Slide 7 - Slide

Edelgasconfiguratie metalen
Metalen kunnen de edelgasconfiguratie bereiken door elektronen uit te wisselen met een niet-metaalatoom.

Hierdoor voldoen beide atomen aan de edelgasconfiguratie.

Deze atomen houden elkaar in balans en blijven bij elkaar in de buurt, de binding die ze samen houdt heet de ionbinding.

Slide 8 - Slide

Edelgasconfiguratie niet-metalen
  • Niet-metaalatomen hebben vaak 4 of meer elektronen in hun buitenste schil.
  • Niet-metaalatomen gaan elektronen met elkaar delen!

Als chloor 7 elektronen in zijn buitenste schil heeft, heeft hij er nog 1 nodig.
Deze “leent” hij van een ander atoom, zolang hij zelf ook een elektron “uitleent”.

Door de uitwisseling van de elektronen ontstaat er een binding tussen de 2 atomen, een atoombinding, dankzij een gemeenschappelijk elektronenpaar.

Een dubbele atoombinding is ook mogelijk, dan lenen beide
atomen 2 elektronen van elkaar, zoals bij zuurstof.



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Covalentie
Hoeveel bindingen een atoom moet aangaan om aan de edelgasconfiguratie te voldoen heet covalentie.

Co = samen
Valentie = buitenste elektronen

Daarom heten atoombindingen vaak covalente bindingen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoeveel elektronen heeft stikstof in z’n buitenste schil?

Slide 13 - Open question

Wat is de covalentie van een zuurstofatoom?

Slide 14 - Open question

Zou een atoombinding ook een driedubbele binding kunnen hebben?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Structuurformules
Met behulp van de covalenties kan je nagaan in welke volgorde de atomen in een molecuul zitten.

De structuur van een molecuul kan je dan tekenen, deze tekening noem je een structuurformule.

Slide 16 - Slide

Voorbeelden
H2O



NH3



C2H4



Slide 17 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig of duo's in rust.
Wat?

Hoe?
Uit het boek.
Hulp?
Docent
Tijd?
Tot 5 minuten voor eindtijd.
Uitkomst?
Je beheerst de gestelde leerdoelen.
Klaar?
Werken aan een extra opgavenblad over structuurformules.

Hoofdstuk 3 paragraaf 3:
1 t/m 7

Slide 18 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kunt moleculaire stoffen op micro- en macroniveau beschrijven.
Je kunt de begrippen atoombinding en covalentie uitleggen en toepassen.
Je kunt moleculen in structuurformules weergeven.
Je kunt het begrip vanderwaalsbinding uitleggen en toepassen.

Slide 19 - Drag question