This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Opdracht
Lees de vier leerdoelen op de volgende dia.
Geef puntsgewijs antwoord op de leerdoelen.
Gebruik ook je basisboek.
Slide 1 - Slide
par 10 leerdoelen
-je weet hoe de gesteentekringloop werkt
-je weet hoe de 3 hoofdgroepen gesteenten ontstaan
-je kunt van 6 gesteenten uitleggen hoe ze ontstaan
-je weet welke gesteenten fossielen kunnen bevatten
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Laat zien dat je de leerdoelen van de paragraaf/paragrafen beheerst.
Slide 8 - Open question
Opdrachten
Maak 1-3 en 5-6
Slide 9 - Slide
Opdracht 1
– hitte en druk
– verwering en erosie
– smelten en stollen
Slide 10 - Slide
Opdracht 2
a Stollingsgesteente (graniet): je herkent verschillende kristallen.
b Sedimentgesteente (zandsteen): je herkent gelaagdheid en een korrelstructuur.
c Metamorf gesteente (marmer): je herkent aders.
Slide 11 - Slide
Opdracht 3
a = erosie
b = zand
c = marmer
Slide 12 - Slide
Opdracht 4
a in een schalie
Beide gesteenten zijn sedimentgesteenten. Een conglomeraat bestaat uit veel grovere onderdelen dan schalie (grind in plaats van klei). Dit betekent dat conglomeraat is afgezet door een snel stromende rivier of in de branding van een zee. Door deze snelheid krijgen fossielen niet de kans om in het gesteente 'opgesloten' te raken door bedekkende sedimentlagen. In een milieu waarin klei wordt afgezet, staat het water stil en krijgen fossielen wel de kans om bewaard te blijven.
Slide 13 - Slide
Opdracht 4
b Vulkanisch gesteente wordt door verwering en erosie afgebroken tot een sedimentgesteente zoals zand. In dit sedimentgesteente kan een fossiel bewaard blijven.