P4 schrijfopdrachten, tips

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B schrijven
             Schrijfopdrachten periode 4

auteur   MB
datum   mei 2022

1 / 14
next
Slide 1: Slide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B schrijven
             Schrijfopdrachten periode 4

auteur   MB
datum   mei 2022

Slide 1 - Slide

Waar vind je je werk terug?
- in Blackboard
- bij cijfers
- ingeleverd werk
- beoordeling via rubrics
Per 'onderdeel' krijg je punten, bijv. voor inhoud, spelling, doel, publiek.

Slide 2 - Slide

periode 4, schrijfopdracht 1
kies uit
- informatie vragen bij het voedingscentrum
- informatie vragen bij de sportschool
- uitnodiging voor een dag uit met studenten

Slide 3 - Slide

de aanhef        moet 100% correct zijn op 2F   
- formeel of informeel
- Let op de hoofdletters en komma
Geachte mevrouw Baantjer,
Beste buurman,
Lieve Asma,
Dag klasgenoten,

Slide 4 - Slide

de afsluiting     moet 100% correct zijn op 2F
- formeel of informeel
- denk aan de hoofdletters en de komma
Met vriendelijke groeten,   Alaa Hassani
Vriendelijke groetjes,        Mieke
Alvast bedankt,                 May Johnson

Slide 5 - Slide

tekstverband doel, signaalwoord om ... te
Ik stuur u deze e-mail, om te vragen of u mij informatie wilt sturen.

Ik wil gaan sporten om af te vallen.


Slide 6 - Slide

Type een zin met
om (...) te
timer
3:00

Slide 7 - Open question

idioom 'mening geven'
Zij vindt het fijn om elke dag te zwemmen.

Hij vindt dat boek zeer boeiend.

Ik vind het vies om met ongewassen handen te gaan eten.

Slide 8 - Slide

Maak een zin met een mening.
timer
1:00

Slide 9 - Open question

mij of mijn
Dat is van mij.
Wil je mij de rollator brengen?
Zijn opmerking doet mij pijn.

Alleen in combinatie met een zelfstandig naamwoord:
Ik heb mijn boek in mijn tas zitten.
Morgen komt mijn broer op bezoek.

Slide 10 - Slide

Maak een zin met 'mij'.
timer
1:00

Slide 11 - Open question

variatie in woordenschat
zn de variatie         ww variëren
met verschil

en - en - en
gebruik een komma tussen zn; en - ook - bovendien
toen - toen - toen
eerst - dan - daarna - toen - vervolgens - ten slotte


Slide 12 - Slide

Voltooi de zin. (voltooien = afmaken)
Mijn werkzaamheden bestaan uit de volgende drie dingen: ...
timer
2:00

Slide 13 - Open question

de legenda van Mauds aanwijzingen
zie het worddocument in BB
/// Hier moet je een nieuwe alinea beginnen.
 ҈    Hier moet je een nieuwe zin beginnen.
rood     - dit heb je niet gedaan, of niet goed begrepen
groen   - fout met de spelling of de interpunctie
blauw   - er ontbreekt een woord
geel     - dit woord is (hier) niet goed
roze     - overbodig
olijfgroen - woordvolgorde is niet correct
grijs     - onbegrijpelijk of van internet geplukt

Slide 14 - Slide