week 3 De maan, het weer, fase overgangen en demo Het wegschieten van een raket

EXACT
  • De maan.
  • De fasen van de maan.
  • Opdracht: de verschillende fasen van de maan
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ExactMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

EXACT
  • De maan.
  • De fasen van de maan.
  • Opdracht: de verschillende fasen van de maan

Slide 1 - Slide

  • De maan is het helderste object aan de nachtelijke hemel.
  • Draait in een baan ronde de aarde.
  • De maan wordt door de aarde aangetrokken. 
  • De maan draait net zo hard rond zijn as als rond de aarde (dezelfde kant)

Slide 2 - Slide

  • De maan is het helderste object aan de nachtelijke hemel.
  • Draait in een baan ronde de aarde.
  • De maan wordt door de aarde aangetrokken. 
  • De maan draait net zo hard rond zijn as als rond de aarde (dezelfde kant)
we zien daarom maar 1 kant

Slide 3 - Slide

Voorkant en de achterkant van de maan.

Slide 4 - Slide

  • Gemiddelde snelheid van de maan rond de aarde: 1,0 km/s
  • De baan van de maan is elliptisch, daardoor wisselt de afstand tussen de maan en de aarde.
  • De baan van de maan is 5 graden gekanteld.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

OPDRACHT
Teken acht fasen van de maan op A3 papier en benoem deze verschillende fasen. Zoek ook op internet.

  • Maak er iets moois van met kleuren
timer
15:00

Slide 7 - Slide

EXACT
  • Drie toestanden waarin je water en andere stoffen kunt tegenkomen.
  • Soorten neerslag.
  • Opdracht: drie fasen 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Water in de vaste fase.
  • Sneeuw bestaat uit ijskristallen. Alle kristallen hebben een zeshoekige structuur.
  • Deze kristalstructuur is kenmerkend voor sneeuw. 
  • Elke vaste stof heeft een kenmerkende kristalstructuur.

Slide 10 - Slide

Water in de vaste fase.
  • Kristallen kunnen heel klein zijn, maar ook centimeters groot. 
  • En in sommige gevallen wel meters hoog.

Slide 11 - Slide

Soorten neerslag

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Soorten neerslag
Dauw
  • Als de voorwerpen afkoelen omdat ze hun warmte uitstralen dan condenseert de waterdamp in de lucht tot druppeltjes. 
  • Dauw ontstaat het gemakkelijkst op voorwerpen zoals gras, bladeren, relingen, autodaken en bruggen.

Slide 14 - Slide

Soorten neerslag
Rijp
  • Rijp is een wit laagje bevroren water op voorwerpen en op planten. 
  • Rijp ontstaat 's nachts als voorwerpen snel kouder worden. De waterdamp op de voorwerpen bevriest dan. Het worden dan kleine ijskristallen.

Slide 15 - Slide

OPDRACHT
  • Maak de opdrachten op het WERKBLAD over de drie fasen.
timer
15:00

Slide 16 - Slide

EXACT
  • Stoffen kunnen van de ene fase in de andere fase komen.
  • Faseovergangen.
  • Opdracht: faseovergangen van stoffen 

Slide 17 - Slide

Fase overgangen

Slide 18 - Slide

OPDRACHT
  • Maak de opdrachten op het WERKBLAD over de verschillende fasen overgangen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

OPDRACHT
  • Een raket maken.

Slide 22 - Slide