Poëzie deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Poëzie

- Herhalen termen 

- Oefenen beeldspraak 

- Oefenen stijlfiguren 

- Bespreken gedichten 

Welke is de alliteratie?

1. Achter elke muur zit een man zijn manen te kammen
2. Het land dat we allemaal kennen
3. Een bos met teddyberen...
4. ... gleden twee smalle witte eenden..

Wat is een versregel?

1. Een versje
2. Een regel van 2 zinnen
3. Een regel
4. Een zin

Een klassiek sonnet heeft altijd:

1. eerst 2 distichon en dan 2 kwatrijnen
2. 14 versregels
3. een wending op inhoud
4. Geen rijm

Wat is een strofe

1. Een gedicht
2. De alinea van de poezie
3. Minimaal 3 versregels, oftewel terzet
4. Het witte stukje tussen versregels

Waar is sprake van assonantie?

1. Een bos is hier een boel met bomen
2. ... in dit land zijn alle avonturen...
3. water waar latere sporen waren gelaten
4. voor het laatst daalt de avond

Geef 2 kenmerken van poëzie

Een land waar grote mensen wonen
Het is er boos
Er zijn hormonen
Het is wat anders dan loos

1. Omarmend rijm
2. Gepaard rijm
3. Gekruist rijm
4. Gebroken rijm

Een 4-regelige strofe noemen we...

1. Distichon
2. Kwatrijn
3. Sextet
4. Terzet

Een 5-regelige strofe noemen we...

1. Kwatrijn
2. Terzet
3. Kwintijn
4. Sextet

Beeldspraak

De wind floot door de takken

1. Metafoor
2. Metonymia
3. Personificatie
4. Synesthesie

Gisteren dronk hij een glaasje te veel.

1. Metafoor
2. Metonymia
3. Personificatie
4. Vergelijking

Geef me de vijf , zei de vrouw.  

1. Metafoor
2. Metonymia
3. Personificatie
4. Synesthesie

Hij gebruikte veel bittere woorden.

1. Metafoor
2. Metonymia
3. Synesthesie
4. Vergelijking

Wat zit jij mistig te kijken.

1. Metafoor
2. Metonymia
3. Vergelijking
4. Personificatie

Stijlfiguren

De spaarlamp werpt nieuw licht op de techniek.

1. Woordspeling
2. Climax
3. Tautologie
4. Herhaling

In deze witte sneeuw heb ik een zonnebril nodig.

1. Tautologie
2. Pleonasme
3. Herhaling
4. Eufemisme

Een leraar tegen z'n klas: 'Denk je dat ik dit nog een keer ga uitleggen?'

1. Ironie
2. Retorische vraag
3. Tautologie
4. Woordspeling

Weinig alcohol kan te veel zijn.

1. Paradox
2. Climax
3. Pleonasme
4. Herhaling

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.

1. Climax
2. Pleonasme
3. Hyperbool
4. Woordspeling

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

1. Eufemisme
2. Understatement
3. Anticlimax
4. Antithese

Gedichtanalyse

Rijm

Beeldspraak

Stijlfiguren

Interpretatie/ Betekenis