2324 Video met kijkersvragen, Blooket, zelfstandig leren en vragen stellen.

 H2 Wereld
1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

 H2 Wereld

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Video met kijkersvragen (15 minuten)
  • Leren begrippen (10 minuten)
  • Blooket (10 minuten)
  • Uitleg toetsvragen en toetskaart

Slide 2 - Slide

Meer dan economie
  • Video van 7 minuten
  • Tijdens video kijkersvragen maken
  • Bespreken antwoorden

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

30 seconds 
  • Groepjes van 4 bestaande uit 2 teams van 2 personen (evt 3)
  • Per duo 30 seconden om zoveel mogelijk begrippen te beschrijven
  • Elke goed geraden begrip is 1 punt
  • Elk duo komt 2x aan de beurt (ieder raadt een keer en beschrijft een keer)
  • Duo met meeste punten wint

Slide 5 - Slide

Deze les
  • Tips toets (2 min)
  • Uitleg vragen en hulpkaart (13 min)
  • Examentraining maken en bespreken (30 min)
  • Huiswerk maken, leren en vragen stellen (15 min)

Slide 6 - Slide

Tips toets
  • Leer de begrippen en rijtjes!
  • Zorg dat je weet hoe je in de atlas moet zoeken
  • Lees goed wat er gevraagd wordt

Slide 7 - Slide

Standaardformuleringen
Geef
Geef aan
Leg uit
Beredeneer
Beschrijf
Beargumenteer

Slide 8 - Slide

Standaardformuleringen
Geef
Geef aan
Leg uit
Beredeneer
Beschrijf
Beargumenteer

}
zelfde strategie

Slide 9 - Slide

GEEF

Slide 10 - Slide

GEEF 
— een kenmerk
— een voorbeeld
— een reden / oorzaak
— een effect / gevolg
— een voordeel / nadeel
— een verschil / overeenkomst
— een argument / argumentatie

Slide 11 - Slide

GEEF is vaak COMBI
Combi met geografische werkwijzen:
• Dimensies: Geef een economisch gevolg van …
• Schaal: Geef een effect op mondiale schaal

Slide 12 - Slide

GEEF AAN

Slide 13 - Slide

GEEF AAN 
Geef aan
— met welk begrip dit verschijnsel wordt aangeduid
— waarom dit verschijnsel in dat gebied wel / niet voorkomt

Steeds twee handelingen:
— duiden, noemen, kiezen, bepalen
— verklaren, beredeneren

Slide 14 - Slide

Leg uit / Beredeneer

Slide 15 - Slide

Standaardvormen
1. De aan- of afwezigheid van een verschijnsel in een gebied en/of
tijd uitleggen / beredeneren.

2. Het ontstaan van een verschijnsel uitleggen / beredeneren (als
gevolg van een ander verschijnsel)


3. Het effect of de bijdrage van een verschijnsel op / aan een ander
verschijnsel uitleggen / beredeneren.

Slide 16 - Slide

Schrijfkaders voor Leg uit, Beredeneer 

Leg uit dat X hier voorkomt 
. . . . . . . . . (oorzaak), = 1p
waardoor . . . . . . . . . . . (gevolg) = 1p
(en dus X hier voorkomt) = 0p

Leg uit / Beredeneer dat X bijdraagt aan / van invloed is op Y
Door X . . . . . . . . . (oorzaak / situatie), = 1p
waardoor / zodat . . . . . . . . . . (gevolg / conclusie) = 1p
(en dus Y beïnvloedt) = 0p

Slide 17 - Slide

Overzicht vraagsoorten

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Deze les gedaan:
  • Video met kijkersvragen (15 minuten)
  • Leren begrippen (10 minuten)
  • Blooket (10 minuten)
  • Uitleg toetsvragen en hulpkaart

Slide 20 - Slide

Maken
Examentraining opgave 2 blz. 77

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Test jezelf maken (Magister)

Slide 22 - Slide

Deze les
  • Examentraining bespreken (15 min)
  • Blooket met prijs (7 min)
  • Leren/ vragen stellen/ atlasvaardigheden oefenen (20 min)
  • Kahoot met prijs (10 min)

Slide 23 - Slide

Examentraining
2.5 Welke bron past bij alle onderstaande beschrijvingen?
  • De sociale ongelijkheid in Zuid-Korea is in deze bron niet zichtbaar.
  • Deze bron toont in combinatie met GB 151C een verband tussen verstedelijking en welvaart.
  • Het deel van de beroepsbevolking in de landbouw zal een omgekeerd patroon laten zien ten opzichte van deze bron.

Slide 24 - Slide

Examentraining
5
Bron 43.

Slide 25 - Slide

Examentraining
Welke bron past bij alle onderstaande beschrijvingen?
De sociale ongelijkheid in Zuid-Korea is in deze bron niet zichtbaar.
Deze bron toont in combinatie met GB 151C een verband tussen verstedelijking en welvaart.
Het deel van de beroepsbevolking in de landbouw zal een omgekeerd patroon laten zien ten opzichte van deze bron.

Slide 26 - Slide

Examentraining
6
De Koreaanse muziek is een cultuurelement dat zich verspreidt naar een ander cultuurgebied. Tegelijk wordt de muziekstijl beïnvloed door westerse cultuurelementen zoals het Engels.


Slide 27 - Slide

Examentraining
Peru bevindt zich in 2020 in fase 3 van het demografisch transitiemodel. De demografische druk in Zuid-Korea gaat de komende decennia flink oplopen. Geef aan:
  • op welke wijze deze constateringen blijken uit de gegevens in bron 45;
  • waarom de vrouw in Zuid-Korea een prominentere rol in de economie inneemt dan in Peru.


Slide 28 - Slide

Examentraining
7
Het geboortecijfer in Peru is nog hoog, gezien de brede jongste cohorten. In Zuid-Korea is een grote groep die in de komende decennia de pensioenleeftijd bereikt.
Het lage vruchtbaarheidscijfer gaat samen met vrouwen die langer onderwijs volgen en een carrière starten.


Slide 29 - Slide

Examentraining
Verklaar:
  • de positie die Zuid-Korea eind vorige eeuw innam in de internationale arbeidsverdeling;
  • aan de hand van twee argumenten dat Zuid-Korea tot de rijke semiperiferie van het wereldsysteem behoort.

Slide 30 - Slide

Examentraining
Verklaar:
  • de positie die Zuid-Korea eind vorige eeuw innam in de internationale arbeidsverdeling;
  • aan de hand van twee argumenten dat Zuid-Korea tot de rijke semiperiferie van het wereldsysteem behoort.

Slide 31 - Slide

Examentraining
8
In Zuid-Korea stonden veel productielocaties vanwege de lage lonen in het land.
1 In Zuid-Korea worden nu ook auto’s ontworpen.
2 Meer dan 70 procent van de beroepsbevolking werkt nu in de dienstensector.

Slide 32 - Slide

Examentraining
8
In Zuid-Korea stonden veel productielocaties vanwege de lage lonen in het land.
1 In Zuid-Korea worden nu ook auto’s ontworpen.
2 Meer dan 70 procent van de beroepsbevolking werkt nu in de dienstensector.

Slide 33 - Slide

Examentraining
Kies voor elke uitspraak de bron die er het beste bij past. 
  1. A - Het leven is nog traditioneel, De traditionele levensstijl is er nog wel, maar de modernisering is zichtbaar. 
  2. B - Hoe hoger de welvaart, hoe lager de bevolkingsgroei. 
  3. C - Hoe hoger de welvaart, hoe lager het aandeel van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkt.
  4. D - Hoe hoger de welvaart, hoe lager het aandeel van grondstoffen in het exportpakket. 
  5. E - Hoe hoger de welvaart, hoe ouder de bevolking. 
  6. F - Zo krijgt ruimtelijke ongelijkheid een gezicht. Bron 43.


Slide 34 - Slide

Examentraining
A - Het leven is nog traditioneel, De traditionele levensstijl is er nog wel, maar de modernisering is zichtbaar. 
B - Hoe hoger de welvaart, hoe lager de bevolkingsgroei. 
C - Hoe hoger de welvaart, hoe lager het aandeel van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkt. 
D - Hoe hoger de welvaart, hoe lager het aandeel van grondstoffen in het exportpakket. 
E - Hoe hoger de welvaart, hoe ouder de bevolking. 
F - Zo krijgt ruimtelijke ongelijkheid een gezicht. .

Bron 40
Bron 45
Bron 45
Bron 46
Bron 42
Bron 43

Slide 35 - Slide

Blooket

Slide 36 - Slide

Keuze
  • Leren
  • Vragen stellen
  • Atlasvaardigheden oefenen

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Succes!

Slide 39 - Slide