This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
3.3 Hoe is het geregeld?
Slide 1 - Slide
Terugblik 3.2
Je weet wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.
Je weet wat een arbeidsovereenkomst en wat een proeftijd is.
Je kunt het verschil tussen een vaste baan en een tijdelijke baan uitleggen.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 3.3
Wat is een CAO en voor wie geldt deze ?
Hoe bereken je het nettoloon?
Hoe is in de wet het minimumloon geregeld?
Welke wetten beschermen jou als werknemer?
Slide 3 - Slide
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst.
Geldt voor een hele bedrijfstak (bijvoorbeeld 'Onderwijs" of "Zorg")
Slide 4 - Slide
Brutoloon:
Het loon dat je afspreekt met je werkgever.
Daar haalt de werkgever vanaf:
loonbelasting
sociale premies (voor bv uitkeringen)
Nettoloon:
Krijg je uitbetaald.
Brutoloon
- loonbelasting
- sociale premies
Nettoloon
Slide 5 - Slide
Minimumloon:
Het loon dat je minimaal moet krijgen vanaf 21 jaar.
Minimumjeugdloon:
Het loon dat je minimaal moet krijgen tussen 15 en 21 jaar.
Dit is een percentage van het minimumloon.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Arbeidstijdenwet:
Wet met regels voor:
rust en werktijden.
Voor jongeren gelden speciale regels.
Arbowet:
Wet met regels voor:
veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
Slide 8 - Slide
Netto loon is
A
bruto loon + loonbelasting + premies
B
bruto loon minus vakantiegeld
C
bruto loon - (loonbelasting+premies)
D
altijd te weinig
Slide 9 - Quiz
Waarvoor staat de afkorting CAO
A
centrale arbeidsovereenkomst.
B
centrale administratie ontvangst
C
collectieve arbeidsovereenkomst
D
centraal arbeidsovereenkomst
Slide 10 - Quiz
Meneer Boet heeft een bruto loon afgesproken met zijn werkgever van €4200. Aan loonheffing en sociale premies moet meneer Boet € 1500 euro afdragen. Hoeveel is zijn netto loon.