1th Woordenschat H4 les 2 Schrijven H4

10 minuten lezen
opties voor de leerlingen thuis:
- 10 minuten lezen
- Maken Woordenschat H4 opdracht 6 en 8 via NN-online
- Starten Schrijven H4 startopdracht en opdracht 1 via NN-online
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

10 minuten lezen
opties voor de leerlingen thuis:
- 10 minuten lezen
- Maken Woordenschat H4 opdracht 6 en 8 via NN-online
- Starten Schrijven H4 startopdracht en opdracht 1 via NN-online

Slide 1 - Slide

OPSTARTEN!

Slide 2 - Slide

Wat is het tegenovergestelde van huismus?
timer
0:30

Slide 3 - Open question

Programma
Stof toetsweek
Dictee?
Verder met Woordenschat H4 (quiz)
Afronden Woordenschat H4
Starten Schrijven H4
Laatste quizvraag
Aan de slag
Dictee!
Afronden

Slide 4 - Slide

Stof toetsweek
Toetsweek 3


 Schrijven H4

Verslag schrijven aan de hand van de 5w+h-vragen
(50 minuten) weging 3
Schrijven H1, 2, 3 en 5




Slide 5 - Slide

Wat zijn de 5w+h vragen?
timer
0:30
A
wie, wat, waarom, wanneer, welke, hoe?
B
wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe?
C
wie, wat, welke, wanneer, waar, hoelaat?
D
wie, waar, waarom, wanneer, waarop, hallo?

Slide 6 - Quiz

Dictee?
We gaan de dictees weer oppakken!!!
Komende lessen die je op school bent (nog 2 voor de toetsweek), doen we een kort dicteetje.
2 dictees, samen een cijfer met de eerdere dictees.

Je mag de slechtste wegstrepen.

Slide 7 - Slide

Verder met Woordenschat H4 (quiz)

Wie heeft het in zijn schrift gemaakt?

Zijn er vragen naar aanleiding van de opdrachten?

H4 opdracht 2, 3, 4, 5

Slide 8 - Slide

Welke uitdrukking past bij de zin? (1/4)

Zlatko is al twee keer gezakt voor zijn rijbewijs, maar hij zal ooit een keer slagen.
timer
0:30
A
Door dik en dun steunen
B
Bij hoog en laag volhouden
C
Er niet warm of koud van worden
D
vroeg of laat

Slide 9 - Quiz

Welke uitdrukking past bij de zin? (2/4)

Marieke had vroeger altijd ruzie met haar broer en dat is nu nog steeds zo.
timer
0:30
A
water en vuur zijn
B
Bij hoog en laag volhouden
C
Er niet warm of koud van worden
D
na veel plussen en minnen

Slide 10 - Quiz

Welke uitdrukking past bij de zin? (3/4)

Sem heeft lang nagedacht wat het goedkoopst voor em is en nu is hij eruit: hij neemt een prepaidtelefoon en geen abbonement.
timer
0:30
A
vroeg of laat
B
Bij hoog en laag volhouden
C
Er niet warm of koud van worden
D
na veel plussen en minnen

Slide 11 - Quiz

Welke uitdrukking past bij de zin? (4/4)

Iedereen vond de nieuwe cd van Adele prachtig, maar Karo vond er niets aan.
timer
0:30
A
geen kik geven
B
Bij hoog en laag volhouden
C
Er niet warm of koud van worden
D
geen interesse tonen

Slide 12 - Quiz

Afronden Woordenschat H4
U kunt onbekende woorden vinden met behulp van een tegenstelling!

maar...

Slide 13 - Slide

Welk woord hoort er niet bij?
timer
0:20
A
ingewikkeld
B
eenvoudig
C
complex
D
lastig

Slide 14 - Quiz

Schrijven H4
Een persoonlijk verslag schrijven

Boek blz. 96

Startopdracht

Slide 15 - Slide

Het verslag is nogal saai, doordat veel zinnen beginnen met 'toen', 'maar toen' en 'en toen'. Welke woorden zou je in plaats daarvan kunnen gebruiken?
timer
1:00

Slide 16 - Open question

in plaats van toen
eerst, daarna, vervolgens, nadat, later, verder, ten slotte, etc.

Slide 17 - Slide

Wat is chronologisch?
timer
0:30
A
Iets wat heel logisch is
B
Een tijdsvolgorde
C
Een volgorde op basis van hoe belangrijk iets is
D
Een complex besef van tijd

Slide 18 - Quiz

Een persoonlijk verslag schrijven
blz. 96

Slide 19 - Slide

Laatste quizvraag!

Slide 20 - Slide

Wat is geen volgordewoord?
timer
0:30
A
ten eerste
B
tijdens
C
als laatste
D
daarvoor

Slide 21 - Quiz

AAN DE SLAG
Maak Schrijven H4 opdracht 1 en 2.

thuis:
- via NN-online, sla de feedbackopdracht over.
- Je mag uit Teams.

Op school:
- in je schrift!
- geef elkaar feedback via de formulieren?
- klaar? verder met opdracht 3

tijd: 15 minuten

Slide 22 - Slide

DICTEE!
boeken dicht, alleen een pen op tafel!

Slide 23 - Slide

AFRONDEN
HW voor volgende les: Schrijven H4 opdracht 1 en 2

Slide 24 - Slide