Imparfait klas 2

• Frans
• Voortgezet speciaal onderwijs

Imparfait  - o.v.t. - klas 2

NL

ik deed

ik ging

ik praatte

ik maakte af

ik nam

ik was

ik had

stam

+

uitgangen imparfait

Regelmatige werkwoorden op -er ===>

Onregelmatige werkwoorden  ==>

Stap 1: nous-vorm (tegenw. tijd)

Stap 2: "ons" van werkwoordsvorm weglaten

Stap 3: aan overgebleven deel van werkwoord uitgang plakken

uitgangen

je +ais

tu +ais

il/elle/on +ait

nous +ions

vous +iez

ils/elles +aient

vb. gagner

stam: gagn

uitgang erachter:

tu: ais --> tu gagnais

nous: ions --> nous gagnions

vb. écouter

stam: écout

uitgang erachter:
je: ais --> j'écoutais
vous: iez --> nous écoutions

vb. aller

stap 1: allons
stap 2: all
stap 3: uitgang erachter==>
elle: ait --> elle allait
vous: iez --> vous alliez

avoir

stap 1: avons
stap 2: av
stap 3: uitgang erachter==>
je: ais --> j'avais
nous: ions --> nous avions

faire

stap 1: faisons
stap 2: fais
stap 3: uitgang erachter==>
je: ais --> je faisais
elles: aient --> elles faisaient

1 uitzondering

être..

waarom?

waarop eindigt nous-vorm être?

nous sommes

hier kun je geen -ons 

vanaf halen --> 

uitzondering:

stam imparfait ww être =

ét

imparfait être

ik was

jij was

hij, zij, men was

wij waren

jullie waren, u was

zij waren

Let op!!!

Het was = c'était

Het waren = c'étaient

Er was = il y avait

Er waren = il y avait

nu jullie!

maak de imparfait...

jullie kochten

1. vous avez acheté
2. vous achetiez
3. vous achetez
4. vous avez achetiez

wij keken

1. nous avons regardé
2. nous regardons
3. nous regardions
4. nous avons regardions

zij deed

1. elle fairait
2. elle faitait
3. elle faisais
4. elle faisait

ik nam

1. je prenais
2. je prendais
3. je prendrais
4. je prensais

hij was

1. il étais
2. il était
3. il sommais
4. il sommait

er was

1. il y avait
2. il était
3. c'était
4. il avait

Vertaal:
hij vond

Vertaal:
wij gingen

Vertaal:
jullie waren

Vertaal:
zij namen