Oefenen voor de toets

aanvoerder
kolossale
experiment
toedienen
placebo
ravage
individueel
kenmerk
aantonen
frequent
bewijzen
leider
eigenschap
alleen
vaak
nepmedicijn
geven
enorme
puinhoop
proef
1 / 19
next
Slide 1: Drag question
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

aanvoerder
kolossale
experiment
toedienen
placebo
ravage
individueel
kenmerk
aantonen
frequent
bewijzen
leider
eigenschap
alleen
vaak
nepmedicijn
geven
enorme
puinhoop
proef

Slide 1 - Drag question

conclusie
effect
stimuleren
hoe je het ook wendt of keert
kommer en kwel
methode
passief blijven
op de markt brengen
pracht en praal
gezond en wel
versterken
niets doen
een en al ellende
versiering, iets dat heel erg mooi is
te koop aanbieden
slotsom
gevolg
helemaal in orde, gezond
werkwijze
hoe je het ook bekijkt

Slide 2 - Drag question

reeks
huidige
kameraadschappelijk
onder de loep nemen
ramptoeristen
conflict
verantwaardigd
uiteraard
paparazzi
emigreren
verhuizen naar een ander land
kwaad
mensen die uit nieuwsgierigheid naar een ramp komen kijken
strijd
heel precies bestuderen
op schandalen beluste, heel opdringerige persfotografen
natuurlijk
serie
tegenwoordige
vriendschappelijk

Slide 3 - Drag question

profiteren
rangschikken
compenseren
klaarstomen
ideaal
miniscuul
in de genen zitten
debuteren
kritisch
in de voetsporen treden van
voordeel van hebben
op volgorde leggen
voor de eerste keer meedoen
in korte tijd trainen
in het bloed zitten
met veel op- en aanmerkingen
best
een voorbeeld nemen aan
aanvullen
ontzettend klein

Slide 4 - Drag question

van het toneel verdwijnen
van zijn voetstuk vallen
deelnemen
ruim
traditioneel
het neusje van de zalm zijn
naam maken
parcours
diverse
trofee
het beste zijn
meedoen
af te leggen weg
niets meer van zich laten horen
ontmaskerd worden
volgens een oud gebruik
goed bekend raken
prijs
iets meer dan
verschillende

Slide 5 - Drag question

exotische
delicatesse
zuivelproduct
herkomst
aanslaan
officieel
royalty
project
expositie
illustreren
wat uit melk gemaakt wordt
duidelijk maken
voorbereiden en organiseren van activiteiten
de leden van de koninklijke familie
iets bijzonders dat heel erg lekker is
waar iets vandaan komt
volgens de regels erkend
tentoonstelling
uit verre, vreemde landen
succesvol zijn

Slide 6 - Drag question

object
overeenstemmen met
religie
circus
melkveehouderij
regionaal
lekkernij
een zacht ei
een warm bad
vee
iets dat heel lekker is
godsdienst
prettig, aangenaam voelen
iemand die alles goed vindt
nuttige huisdieren
bedrijf dat vee houdt voor melkproductie
op elkaar lijken
voorwerp
gedoe
streekgebonden

Slide 7 - Drag question

exact
getuige zijn van
agrarisch
het feestvarken zijn
programma
circa
publiek
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
nu heb je de poppen aan het dansen
de bloemetjes buitenzetten
lijst van wat er gaat gebeuren
precies
nu begint de ruzie, de ellende
als er geen toezicht is, doen kinderen dingen die niet mogen
het middelpunt van het feest zijn, persoon zijn om wie het feest gevierd wordt
aanwezige mensen
flink feestvieren
ongeveer
wat met het boerenbedrijf te maken heeft
zien

Slide 8 - Drag question

Dat waar de tekst over gaat noem je...?

Slide 9 - Open question

Je kunt met ... woorden zeggen wat het onderwerp van een tekst is.

Slide 10 - Open question

Hoe noem je de leesstrategie die je gebruikt om het onderwerp van de tekst te vinden?

Slide 11 - Open question

Hoe noem je de leesstrategie die je gebruikt als je snel de belangrijkste informatie uit de tekst wilt halen?

Slide 12 - Open question

Hoe noem je de leesstrategie die je gebruikt om iets op te zoeken in een tekst?

Slide 13 - Open question

Wat is een alinea

Slide 14 - Open question

Waar staat de belangrijkste informatie vaak in een alinea?

Slide 15 - Open question

Wat is een deelonderwerp

Slide 16 - Open question

Wat is een tussenkopje

Slide 17 - Open question

Hoe kun je achter de betekenis van een onbekend woord komen?

Slide 18 - Open question

Welke drie woordraadstrategieën kwamen bij woordenschat H1 t/m H3 aan bod?

Slide 19 - Open question