4.3 Kun je aan het werk?

H4 Werk aan de winkel


§ 4.1 Sta je sterk in je werk?
§ 4.2 Waar kun je werken?
§ 4.3 Kun je aan het werk?
§ 4.4 Werk voor iedereen?
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 Werk aan de winkel


§ 4.1 Sta je sterk in je werk?
§ 4.2 Waar kun je werken?
§ 4.3 Kun je aan het werk?
§ 4.4 Werk voor iedereen?

Slide 1 - Slide

Huiswerk: vragen?

In deze les leer je:
- in welke productiesectoren je kunt werken;
- wie de vragers naar arbeid en wie de 
   aanbieders van arbeid zijn;
- wat we bedoelen met een krappe of ruime
   arbeidsmarkt;
- wanneer je geregistreerd werkloos en 
   wanneer je verborgen werkloos bent.



GOAL!

Slide 2 - Slide

Productiesectoren
Primaire sector
Landbouw, mijnbouw en visserij
Secundaire sector
Industrie, bouw en ambacht
Tertiaire sector
Commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca).
Winst als doelstelling.
Quartaire sector
Niet-commerciële dienstverlening (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer).
Geen winstdoelstelling.

Slide 3 - Slide

Werklozen
Beroepsbevolking (± 9 mln. mensen)

Beroepsbevolking:
alle mensen tussen 15 en 67 jaar die werken of willen werken (en direct beschikbaar zijn).


Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Loon = de prijs voor arbeid
De hoogte van het loon wordt bepaald door:
- de vraag naar arbeid
- het aanbod van arbeid 

Soms ligt het loon al vast;
wettelijk minimumloon, CAO-lonen.

Slide 6 - Slide

Vormt de beroepsbevolking de vraag naar of het aanbod van arbeid?


aanbod

Slide 7 - Slide

Arbeidsmarkt
Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan.  Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid. 

Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid. 

Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.  
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.

Slide 8 - Slide

Arbeidsmarkt
  • Arbeidsmarkt = dus het totaal van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.
  • Aanbod = werknemers
  • Vraag = werkgevers
  • Als er meer aanbod (werknemers) van arbeid is dan vraag (werkgevers) naar arbeid is ontstaat er werkloosheid  


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt
vraag naar personeel is groter dan het aanbod
(bedrijven zoeken meer mensen dan dat er zijn)
vraag naar personeel is kleiner dan het aanbod  (bedrijven zoeken minder mensen dan die zich aanbieden)

Slide 11 - Slide

Krappe of ruime arbeidsmarkt?
  • Krappe = veel vraag naar personeel en weinig aanbod   Gevolg = Weinig werkloosheid + goede arbeidsvoorwaarden = gunstig voor werknemer

  • Ruime =  weinig vraag naar personeel en veel aanbod   Gevolg = Veel werkloosheid en slechte arbeidsvoorwaarden = gunstig voor werkgever

Slide 12 - Slide


Arbeidsdeelname (= arbeidsparticipatie)
= het percentage van de bevolking dat tot de  
    beroepsbevolking behoort







Slide 13 - Slide


Arbeidsdeelname (= arbeidsparticipatie)
= het percentage van de bevolking dat tot de  
    beroepsbevolking behoort

In formulevorm:
                                                            





                                        beroepsbevolking
 Arbeidsdeelname = -------------------------- x 100
                                         totale bevolking

Slide 14 - Slide

Hoe kunnen overheid en bedrijven de arbeidsdeelname bevorderen?

o.a. door:
  • scholing (afstemming vraag en aanbod);
  • belastingvoordeel voor werkenden;
  • betaalbare en goede kinderopvang.
werkgevers
werknemers + werkzoekenden

Slide 15 - Slide

Geregistreerd werkloos
Verborgen werkloos
Je staat als werkzoekende ingeschreven bij het UWV.
Je telt officieel mee met de werkloosheidscijfers en behoort dus tot de beroepsbevolking.
Je staat niet als werkzoekende ingeschreven bij het UWV, bijv. omdat ze denken zelf wel een baan te kunnen vinden of dat er toch geen werk is.

Slide 16 - Slide

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
Taken UWV
uitvoeren van werknemersverzekeringen, bijv. WW, WIA (par. 5.3)
1
helpen bij het zoeken van een baan, bijv. door sollicitatietraining, bij- en omscholing
2
bepalen van de geregistreerde werkloosheid
3

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Slide

Welke van de vier productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 20 - Quiz

Welke van de vier productiesector zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 21 - Quiz

Commerciële dienstverlening valt onder de ....
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 22 - Quiz

Welke van de onderstaande bedrijven vallen NIET onder de
tertiaire sector?
A
verzekeraars
B
banken
C
fabrieken
D
winkels

Slide 23 - Quiz

Welke productiesector is in een derdewereldland veel groter dan in een Westers land?
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire
D
Quartaire

Slide 24 - Quiz


De arbeidsmarkt is een ...
A
abstracte markt
B
concrete markt

Slide 25 - Quiz

Wie zijn de vragers naar arbeid?
A
werknemers
B
werkgevers
C
beroepsbevolking

Slide 26 - Quiz

Wanneer de vraag naar arbeid groter is dan het het aanbod van arbeid, spreken economen van een ........
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt

Slide 27 - Quiz

Bij een krappe arbeidsmarkt zullen
de lonen waarschijnlijk ........
A
stijgen
B
dalen

Slide 28 - Quiz

Bij een tekort op de arbeidsmarkt
is er sprake van ......
A
veel vraag en weinig aanbod
B
veel vraag en veel aanbod
C
weinig vraag en veel aanbod
D
weinig vraag en weinig aanbod

Slide 29 - Quiz

Juist of onjuist? Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Aan het werk
Maken: § 4.3
opg. 1 t/m 12 (blz. 114)
Zelf nakijken via Magister ELO Studiewijzers
Ma 20 nov. TT H3+H4

Slide 31 - Slide

UWV 

- beoordeelt of je recht heb op een WW-uitkering;
- helpt je met het zoeken naar een baan 
  (bijv. door sollicitatietrainingen, bij- en omscholing).



(= Uitvoeringsinstituut 
Werknemersverzekeringen)
Geregistreerd werkloos
ingeschreven bij UWV 
(telt mee met de beroepsbevolking)
Verborgen werkloos
niet ingeschreven bij UWV 
(telt niet mee met de beroepsbevolking)
Werkloosheidswet

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video