LV1 periode 4 week 4

Week 4
- Je maakt schrijfopdracht 6
- Je maakt luisteropdracht G
- Je kunt iemand uitleggen 
   hoe hij/zij ergens komt

1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 4
- Je maakt schrijfopdracht 6
- Je maakt luisteropdracht G
- Je kunt iemand uitleggen 
   hoe hij/zij ergens komt

Slide 1 - Slide

Opdrachten week 4
Maken:
MP H5
TB 7, WB 11-12
Luisteropdracht G (extra boekje)
Schrijfopdracht 6  (extra boekje)





Slide 2 - Slide

moeten
tener que
hay que
deber

Slide 3 - Slide

volgorde aangeven
primero
después
luego
al final / finalmente

Slide 4 - Slide

TB 7

Slide 5 - Slide

WB 12

Slide 6 - Slide

Zijn
Er is, er zijn                           > hay
Zich bevinden                    > estar

zijn in andere gevallen    > ser

Slide 7 - Slide

Zijn

Hay muchos estudiantes.
Los estudiantes están en la clase.
Los estudiantes son inteligentes.

Hay once futbolistas en el campo.
Messi está fuera de juego.
David de Gea es portero.

Slide 8 - Slide

Hay
+ onbepaald lidwoord (un, una, unos, unas)
+ geen lidwoord
+ getallen
+ onbepaalde hoeveelheden

Slide 9 - Slide

Hay
+ Hay unos estudiantes en el autobús.
+ No hay vuelos a India.
+ Hay 158 pasajeros a bordo.
+ Hay mucho tráfico.

Slide 10 - Slide

Estar
+ bepaald lidwoord (el, la, los, las)
+ bezittelijk voornaamwoord (mi(s), tu(s), etc)
+ namen van mensen, plaatsen, etc.

Slide 11 - Slide

Estar
+ El avión está en la plataforma.
+ Mi maleta está en la cinta.
+ Juan y Rosa están en el aeropuerto.

Slide 12 - Slide

Zijn
Er is, er zijn                           > hay
Zich bevinden                    > estar

zijn in andere gevallen    > ser

Slide 13 - Slide

Zijn - nu jullie!
1. Juan ... piloto.
2. José ... en el aeropuerto.
3. ... muchos pasajeros en el aeropuerto.
4. Mañana ... pocos vuelos a Madrid.
5. El aeropuerto de Madrid ... Barajas.
6. Barajas ... cerca de Madrid.

Slide 14 - Slide

Muy / Mucho
Muy      = heel
Mucho = veel


Muy bien.                        Heel goed.
Muchas gracias.          Veel dank.

Slide 15 - Slide

Week 3
- Je maakt schrijfopdracht 4
- Je maakt luisteropdracht C
- Je weet of je de grammatica 
   van H1-4 beheerst door de 
   'toets' van H1-4 te maken

Slide 16 - Slide