test preparation

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

test preparation V4

neglect

1. ketting
2. verwaarlozen
3. uitleggen
4. nalaten

fabrics

1. baksels
2. fabriek
3. fabriceert
4. stof

She wore a ______ dress.(opvallend)

wasmiddel

1. detergent
2. washing machine soap
3. bubbles
4. soaping

Which is the synonym of compulsory?

1. observatory
2. lavatory
3. obligatory
4. illiteracy

Vertaal: (let op alle grammar!)
Hij slaat de arme hond al jaren heel hard.

Vertaal: Nadat ik de oude fiets gekocht had, repareerde ik hem grondig.(=thorough)

Yesterday I ________ (to catch) the train just in time.

1. had catched
2. cought
3. caught
4. have caught

An hour ago she ______(to read) when I ______(to arrive).

1. was reading/arrived
2. is reading/arrive
3. read/was arriving
4. was reading/was arriving

I told him I ______(never-to drink) beer before.

1. never drank
2. had never drunk
3. never drunk
4. had never drank

eradication

1. overschrijding
2. uitroeiing
3. voorkoming
4. toename

to encourage

1. moedig zijn
2. mismoedig zijn
3. aanmoedigen
4. ontmoedigen

indignation

1. onderdrukking
2. verontwaardiging
3. inkomst
4. verplichting

Welk onderdeel ga je nu in de les oefenen op basis van hoe je net gepresteerd hebt?