Sport en bewegen lesbrief 1 vanaf taak 4

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 4

Sport en Bewegen 

Planning 

Huiswerk controle

Welke leerdoelen hebben we bereikt?

Feedback geven op elkaar plattegrond (opdracht 4)

Praktijk opdracht 10: vloer stofwissen

Nakijken huiswerk

Taak 5

Woordenlijst: digitaal en alfabetisch 

Bereikte leerdoelen

1. Welke werkzaamheden zijn er in de sportsector
2. Je kunt feedback geven én ontvangen
3. Je weet welke organisatieschema's of spelschema's je kunt gebruiken
4. Kun je leidinggeven bij een spelactiviteit
5. Ken je de risico's bij sportmaterialen en - activiteiten 
6. Herken je grove en fijne motoriek
7. Kun je verbale en non-verbale communicatie goed toepassen
8. Kun je observeren  

Noem minimaal 2 organisatie of spelschema's die je in de sport kunt gebruiken.

Roulatiesysteem

Uitdaagsysteem

Competitiesysteem

Poulesysteem

Afvalsysteem

Een ander woord voor doordraaisysteem is

1. spelsysteem
2. competitiesysteem
3. roulatiesysteem
4. knock-outsysteem

Een ander woord voor afvalsysteem is

1. spelsysteem
2. competitiesysteem
3. roulatiesysteem
4. knock-outsysteem

Risico betekent......

1. Kans op een goede afloop
2. Kans op gevaar
3. Kans op letsel
4. Kans op schade

Analyse wil zeggen

1. Dat je iets gaat uitvoeren
2. Dat je ergens over nadenkt
3. Dat je iets heel nauwkeurig gaat onderzoeken
4. Dat je iets gaat oplossen

Waarom zijn spelregels extra belangrijk bij stoeispellen?

Omdat bij deze spellen deelnemers elkaar aanraken en veel kracht gebruiken. Hierdoor kunnen ze zichzelf en andere deelnemers bezeren.

Waarom leren ze bij een stoeispel ook veel op sociaal gebied, omdat....

1. Je leert door vechten wie de sterkte is.
2. Je moet vooral aan je eigen veiligheid denken.
3. Omdat het een spel is waarbij je rekening houdt met de ander.
4. Omdat het een spel is dat heel veel lijkt op een gevecht .

Welke spelregels zijn belangrijk voor het welzijn?

1. Geen lichamelijk geweld gebruiken op de sportaccommodatie.

2. Geen racistische en/of discriminerende opmerkingen maken.

3. De scheidsrechter heeft altijd gelijk.

4. Toeschouwers bemoeien zich niet met het verloop van het spel en de scheidsrechters.

5. De sporters beschermen de scheidsrechter in geval van calamiteiten op het veld door toeschouwers

6. We accepteren elke seksuele geaardheid.

7. Sporters laten de sportaccommodatie achter zoals ze hem gevonden hebben.

8. Sporters helpen elkaar.

9. Ook de tegenstanders worden met respect behandeld.

10. Bij ongewenst gedrag spreken de sporters elkaar erop aan.

Het volgende spel: 2 kinderen moeten elkaar van de mat af proberen te duwen. Met welke spelregel zorg ik voor fysieke veiligheid?

Kinderen moeten op hun knieën zitten, zodat ze niet hard kunnen vallen................................

En ze mogen elkaar alleen duwen .....

er zijn nooit meer als 2 kinderen tegelijk op de mat....

Grove motoriek 

Fijne motoriek 

Verbaal

Nonverbaal

Een gil

Een boze toon

Gapen

Knipoog

Wijzen

"Auw" roepen

Middelvinger 

opsteken

Stukje voorlezen

grove motoriek

fijne motoriek

Troebel communiceren

Tegenstrijdige communicatie

Ruis

Als je in de communicatie onduidelijk bent in wat je echt wilt, vindt of voelt

Alle factorenbij zender, ontvanger of omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren

Als de verbale communicatie niet overeenkomt met de nonverbale communicatie

Observeren is

1. alles opschrijven wat je interpreteert
2. betekenis geven aan wat je gezien hebt
3. bewust en doelgericht kijken naar gedrag
4. een diagnose stellen

Hoe kun je verbaal feedback geven?

1. Een duim omhoog doen
2. Een waardeoordeel geven
3. Een knipoog geven
4. Benoemen wat je ziet en voelt

Feedback geven betekent:

1. Iemand vertellen wat er goed en niet goed is gegaan
2. Iemand alleen maar complimenten geven
3. Iemand uitlachen
4. Iemand kritiek geven

Wat voor nut heeft feedback geven?

1. Je kan je gaan verbeteren
2. Je kan je verder gaan ontwikkelen
3. Alle antwoorden zijn juist
4. Je kan later terug kijken op je gedrag

Het doel van feedback geven kan zijn...

1. geruststellen
2. overtuigen
3. tips geven
4. beledigen

geef voorbeelden van non-verbale communicatie in de sport

Wat betekent 'stimuleren'?

1. Aanmoedigen
2. Inspireren
3. Klappen
4. Naar beneden halen

Leerdoelen taak 1 

Veilig en gezond sporten:

1. Je weet wat beweegrichtlijnen zijn

2. Kunt de voordelen van bewegen noemen

3. Kunt uitleggen waarom oefeningen voordoen meer oplevert

Als je deze doelen hebt bereikt, kun je advies geven aan iemand over bewegen, kun je uitleggen wat de voordelen zijn bewegen voor je gezondheid en andere leefstijlfactoren!

Huiswerk