⢠Maak veel gebruik van het observationeel leren.
⢠Wees terughoudend met geven van veel verbale instructie.
⢠Geef aanwijzingen vooral landschappelijk.
⢠Maak gebruik van arrangementen die het bewegingsgedrag sturen.
⢠De impliciete manier van leren heeft de voorkeur.
⢠De nadruk laten liggen op het resultaat van de beweging.
⢠Geeft ruimte aan intrinsieke vormen van feedback.
⢠Probeer de vaardigheid zoveel mogelijk in zijn geheel aan te bieden.
⢠Gebruik een aantrekker of metafoor. (Sta zo sterk als een boom.)
⢠Zoek vereenvoudiging van de beweging en aanpassingen die de technische vereisten verminderen.
⢠Gebruik variatie en herhaling.