Feodaliteit

1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

WAT VOORAFGING
PREVIOUSLY

Slide 2 - Slide

Na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk
1) Handel valt stil - Romeinen beschermen wegen niet meer, geldeconomie verdwijnt.

2) Van agrarisch-stedelijke samenleving terug naar een landbouwsamenleving

3) Steden zijn verlaten - gemakkelijke doelwitten voor rovende bendes.

4) Enige bescherming: bij lokale heren



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

OPDRACHT  1

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Karolingische rijk
onder Karel de Grote
  • Grote uitbreiding van het rijk
  • Grote delen onbewoond en dorpen lagen ver uit elkaar
      -> MOEILIJK TE BESTUREN

  • Karel verdeelt zijn land onder hertogen/graven om in zijn naam te besturen.
      -> AMBTSLENEN

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Van vazalliteit naar feodaliteit
Leenheer 
  • geeft land in leen aan leenman / vazal
  • geeft bescherming

Vazallen 
  • geven krijgsdienst
  • betalen belasting

Vazalliteit is niet erfelijk. Bij de dood van de vazal gaat de grond dus terug naar de leenheer.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het Karolingische rijk
(circa 768)

Slide 12 - Slide

Het Karolingische rijk
(circa 788)
  • De vier hertogen zweren allemaal een 'eed van trouw' en zullen de koning bij staan met raad en daad

  • De Hertogen besturen het land nu zelf: ze mogen belasting heffen en moesten rechtspreken en zorgen voor veiligheid.

  • En als de koning ten oorlog gaat moeten zij ridders sturen om hem te ondersteunen

Slide 13 - Slide

Wat zou men bedoelen met 'raad en daad'?
A
Dat ze hem advies geven wanneer hierom gevraagd wordt
B
Dat ze hem zullen helpen met besturen van het land
C
Dat ze in het geval van oorlog hun soldaten zullen sturen
D
Dat zij Karel D.G om raad zullen vragen als hij langs komt

Slide 14 - Quiz

Welke 'rechten' hadden de hertogen op het geleende land?
A
Belasting heffen
B
Rechtspreken
C
Soldaten leveren
D
Hogere positie aan het hof van Karel de Grote

Slide 15 - Quiz

En welke plichten hadden de hertogen?
A
Veiligheidsgaranties
B
Soldaten leveren
C
Rechtspreken
D
Belasting heffen

Slide 16 - Quiz

Het Karolingische rijk
(circa 808)
  • Om het goed te kunnen besturen verdeelden de vier hertogen hun land  opnieuw

  • De nieuwe hertogen/graven moesten een 'eed van trouw' zweren aan de persoon van wie ze het geleend hadden

  • en dus ook legers sturen als de hertog ten oorlog ging
     

Slide 17 - Slide

OPDRACHT  2 + 3

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Leenstelsel/feodaliteit
  • Leenstelsel / feodaliteit (politiek/economisch)

  • Het gebied wordt uitgeleend (niet weggegeven)

  • De persoon die het uitleent = leenheer
  • De persoon die het in leen krijgt = leenman

  • Dus.... 1 is een leenheer van 2 en 2 is een leenman van 1
  • Maar 2 is een leenheer van 3

  • Zo kan één persoon zowel leenheer als leenman zijn

Slide 20 - Slide

Wat is nummer 1 van nummer 4
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 21 - Quiz

Wat is nummer 9 van nummer 10
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 22 - Quiz

Wat is nummer 13 van nummer 2
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 23 - Quiz

Wat is nummer 5 van nummer 6
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 24 - Quiz

Wat is nummer 1 van nummer 6
A
Leenheer
B
Leenman
C
Niets

Slide 25 - Quiz

Wat is het probleem van dit systeem?

Slide 26 - Open question

Nog meer problemen met het leenstelsel...
  • Wat gebeurt er als de koning dood gaat?

  • Hertogen & graven gaan het land als hun eigen beschouwen en niet meer als een 'leen'

  • Steeds vaker wordt het land op de zoon overgegeven (erfelijk)

  • Hertogen & graven gaan zichzelf belangrijker vinden dan de koning

+ roversbendes & invallen van de Vikingen: hertogen en graven staan dichter bij de mensen om bescherming te bieden

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video