5.1 Het Rijk van Karel de Grote

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Schrijf 2 dingen op over wat Karel de Grote heeft bereikt. 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Schrijf 2 dingen op over wat Karel de Grote heeft bereikt. 

Slide 1 - Slide

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Cornell schema
3. Checkvraag 
4. Korte samenvatting leerdoel(en).
5. Werken.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen: Ik kan uitleggen hoe het rijk van de Franken ontstond, en groeide.

Slide 3 - Slide

Clovis die christelijk werd
Karel Martel die de moslims versloeg bij Poitiers.

Slide 4 - Slide

Het rijk van de Franken.
  • 500 na Chr. Clovis koning van de Franken.
  • De Franken leefden eerder al in het Romeinse Rijk=> van hen geleerd hoe je goed oorlog moest voeren en een rijk moest besturen. Ook hadden zij de Romeinse grenzen bewaakt en opengezet tijdens de volksverhuizingen.
  • Clovis vergrote het rijk door andere volken te verslaan en hun gebieden in te nemen.

Slide 5 - Slide

  • Karel de Grote (768-814) vergrote het Frankische rijk nog meer. Hij versloeg de Saksen, heeft in Spanje gebied op de Arabieren veroverd, andere volken moesten verplicht elk jaar een grote hoeveelheid zilver betalen. 
  • Hij dwong mensen om christelijk te worden, zelfs met geweld, 'met het zwaard werd het geloof verspreid'. 
  • Versloeg in Italië de Longobarden en werd door de Paus in 800 tot keizer gekroond.

Slide 6 - Slide

Karel de Grote was een grootse koning en had wetten voor iedereen die ook voor iedereen geldig waren. Ik was een ambtenaar in dienst van Karel en mocht met hem samenwerken om goede wetten op te schrijven.

850 na chr. Ik ben kroniekschrijver Max en ga een kroniek (boek) schrijven over het leven van Karel de Grote. Ik heb veel mensen uit Karel de Grote zijn familie, ambtenaren, edelen en zelfs de paus geïnterviewd. 

Karel de Grote was een leuke en lieve man die mooie blauwe ogen had hij behandelde het volk heel erg goed.

Karel de Grote was letterlijk een grote man, hij maakte wetten voor iedereen, hij reisde rond in zijn rijk om de leenmannen in de gaten te houden.

Slide 7 - Slide

Vaardigheid betrouwbaarheid. 
1. Wanneer is de bron gemaakt?
=> Was de persoon erbij toen de gebeurtenis plaatsvond= meer betrouwbaar.
=> heeft de persoon de bron pas later gemaakt dan de gebeurtenis was, dan kan het zijn dat zijn geheugen minder was = minder betrouwbaar.  
2. Hoe kwam de maker van de bron aan zijn informatie?
=> Was de maker van de bron er zelf bij= betrouwbaar.
=> Heeft de maker van de bron de informatie van iemand anders= minder betrouwbaar. 
3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?
=> Wil de maker jou zo goed mogelijk informeren= betrouwbaarder. 
=> Wil de maker van de bron mensen overtuigen van zijn mening= minder betrouwbaar.
=> Schrijft de maker neutraal over het onderwerp= betrouwbaar
=> Schrijft de maker juist niet neutraal= minder betrouwbaar. 

Slide 8 - Slide

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit hoe Karel de Grote zijn rijk groter maakte en hoe hij het christendom verspreidde.


Slide 9 - Slide

Samenvatting leerdoel(en)
Leerdoelen: Ik kan uitleggen hoe het rijk van de Franken ontstond en groeide.

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.

Slide 10 - Slide

Test vragen. Antwoorden in je schrift.
a. Wat zijn de volksverhuizingen?
b. Hoe maakte Clovis het rijk van de Franken groter?

Slide 11 - Slide

Te doen
Maken werkboek par. 5.1 vraag 2,4,5,6,7, 8a+b+c, 9,10,11,13.

Ben je klaar: dan maken succescriteria, cornell schema/ flashcards/ afsluiting/ oefentoetsen maken par. 5.1

Slide 12 - Slide

Vraag
Noem 2 zaken die Karel de Grote voor elkaar heeft gekregen.

Slide 13 - Slide

Leerdoel: Ik kan uitleggen wat feodale verhoudingen in het bestuur zijn en hoe het rijk van Karel de Grote uiteen viel.

Slide 14 - Slide

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Cornell schema
3. Checkvraag 
4. Korte samenvatting leerdoel(en).
5. Werken.

Slide 15 - Slide

Karel de Grote als keizer.
  • Karel liet wetten opschrijven, zo wist iedereen aan welke regels ze zich moesten houden. Zendgraven gingen in het hele rijk controleren of bestuurders hun werk goed deden, want het rijk was te groot voor Karel om alleen te besturen. 

  • In zijn paleizen kwamen geleerden uit heel Europa, alle kerken en kloosters moesten een school hebben. Voor goede priesters en bestuurders. Zo kreeg Karel ook meer aanzien.

Bij het paleis in Aken liet hij een kerk in de  stijl van de Byzantijnse keizer bouwen, om zo zijn aanzien te verhogen.

Slide 16 - Slide

Leenstelsel/feodalisme. Bestuur van het rijk.
  • Ridders moeten zelf betalen voor hun paard en wapens in ruil daarvoor kregen ze van Karel soms een stuk grond in leen
  • Het leen (grond) bleef van de koning als leenheer, de leenman mocht de grond gebruiken om ervan te leven en gaf aan de leenheer een eed van trouw. De leenman moest dan ook meehelpen in het bestuur en bij een oorlog. 
  • Dit systeem van grond uitlenen noemen we feodale verhoudingen.


Slide 17 - Slide

Het rijk valt uiteen
  • De zonen van Karel de Grote verdeelden in 843 onderdeling het rijk in delen.
  • Noormannen, Hongaren en Arabieren vallen Europa aan en de latere Frankische koningen konden zich hier niet tegen verdedigen. Daarom kwamen er koningen uit andere families gekozen door de edelen
  •  Edelen kregen meer macht dan de koningen. De edelen gingen hun leen als hun eigendom zien en dat zo ook onafhankelijk besturen. 

Slide 18 - Slide

Toets vragen. Antwoorden in je schrift.
  1. Hoe maakte Clovis het rijk van de Franken groter?
  2. Hoe ging Karel de Grote om met mensen die een ander geloof hadden?
  3. Wat zijn feodale verhoudingen waarmee Karel de Grote zijn rijk bestuurde?
  4. Leg uit hoe het rijk van Karel de Grote uiteen viel.

Slide 19 - Slide

Samenvatting leerdoel(en)
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat feodale verhoudingen in het bestuur zijn en hoe het rijk van Karel de Grote uiteen viel. 

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.

Slide 20 - Slide

Te doen
Maken werkboek par. 5.1 vraag 2,4,5,6,7, 8a+b+c, 9,10,11,13.

Ben je klaar: dan maken succescriteria, cornell schema/ flashcards/ afsluiting/ oefentoetsen maken par. 5.1

Slide 21 - Slide