What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Farma oefentoets AA3 H 15, H17 en H18
Farmacotherapie CVRM, HVZ en Bloedstolling
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Farmacotherapie
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Farmacotherapie CVRM, HVZ en Bloedstolling
Slide 1 - Slide
uitleg
In deze les behandelen we de stof over CVRM, HVZ en bloedstolling
Slide 2 - Slide
Wat betekent CVRM?
A
Cars Vasculair Risico management
B
Cardio Vasculair Risico Management
C
Cardio Vaten Risico Manager
D
Cardio Vaten Regels Manager
Slide 3 - Quiz
Wat is het doel van CVRM?
Slide 4 - Open question
Vanaf welke waarden (in getallen uitgedrukt) spreken we van hypertensie?
Slide 5 - Slide
Zet de twee termen bij het juiste plaatje
Systole bloeddruk
Diastole bloeddruk
ontspanningsfase
Samentrekkingsfase
Slide 6 - Drag question
Welke vier groepen geneesmiddelen worden gebruikt bij de behandeling van hypertensie?
Slide 7 - Mind map
Welk geneesmiddel is een calciumantagonist?
A
lisinopril
B
furosemide
C
amlodipine
D
losartan
Slide 8 - Quiz
Bumetanide behoort tot de groep:
A
thiazidediuretica
B
kaliumsparende diuretica
C
basaaldiuretica
D
lisdiuretica
Slide 9 - Quiz
Een voorbeeld van een angiotensine-2-antagonist is:
A
candesartan
B
sotalol
C
nifedipine
D
lisinopril
Slide 10 - Quiz
Ace-remmers werken in op:
A
de bloedvaten
B
de nieren
C
het hart
D
sympathisch zenuwstelsel
Slide 11 - Quiz
Een patiënt gebruikt al jaren enalapril en krijgt voor het eerst hydrochloorthiazide. Welk advies geef je de patiënt?
A
naar de huisarts verwijzen
B
deze combinatie geeft geen problemen
C
2 tot 3 dagen stoppen met enalapril
D
dosering van hct langzaam opbouwen
Slide 12 - Quiz
Welke geneesmiddelgroep heeft als bijwerking oedeem?
A
diuretica
B
beta-blokkers
C
ace-remmers
D
calciumantagonisten
Slide 13 - Quiz
Wat is een bekende bijwerking die specifiek voor statines geldt?
A
Kaliumtekort
B
Calciumtekort
C
Kriebelhoest
D
Spierpijn
Slide 14 - Quiz
Stelling I: LDL-cholesterol is goed, HDL-cholesterol is slecht
Stelling II: de normaalwaarde voor het LDL-cholesterol is < 5
mmol/l
A
Stelling I is onjuist, stelling II is juist
B
Beide stellingen zijn juist
C
Beide stellingen zijn onjuist
D
Stelling I is juist, stelling II onjuist
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Video
Noem 4 risicofactoren die kunnen leiden tot hart- en vaatziekten
timer
1:00
Slide 17 - Open question
Noem een voorbeeld van een antilipaemica
(generieke naam of specialite)
Slide 18 - Slide
Wat is het hartminuutvolume?
timer
1:00
Slide 19 - Open question
Tot welke groep behoort amlodipine?
A
Diuretica
B
Bètablokkers
C
RAS-remmers
D
Calciumantagonisten
Slide 20 - Quiz
Welk middel in welke toedieningsvorm gebruik je bij de aanvalsbehandeling van angina pectoris?
A
Isosorbidemononitraat tabletten met verlengde afgifte
B
Nitroglycerine spray voor onder de tong
C
Metoprolol zetpillen
D
Isosorbidedinitraat pleisters
Slide 21 - Quiz
Noem 2 oorzaken van hartfalen
Slide 22 - Open question
Welke 3 stellingen horen bij welke aandoening
Hartfalen
Angina Pectoris
Het hart is niet in staat om voldoende bloed rond te pompen om aan de wensen van het lichaam te voldoen
Bijpass/ dotteren
ACE-remmers
Vermoeidheid, vochtophoping, benauwdheid
Zuurstofgebrek van de hartspier door artherosclerose
Aanval van beklemmend pijnlijk gevoel achter het borstbeen
Slide 23 - Drag question
Ace remmer
Slide 24 - Mind map
Angiotensine 2 antagonist
Slide 25 - Mind map
Thiazidediureticum
Slide 26 - Mind map
Lisdiureticum
Slide 27 - Mind map
Bètablokker
Slide 28 - Mind map
Welke twee functies heeft de bloedstolling?
Slide 29 - Open question
16. Welk middel behoort niet tot de antitrombotica ?
A
Anticoagulantia
B
Trombocyten-aggregatieremmers
C
Diuretica
D
Trombolytica
Slide 30 - Quiz
Leg in ongeveer vijf zinnen uit hoe het stollingsmechanisme werkt
Slide 31 - Slide
Welke functie heeft vitamine K?
A
Het remt het bloedstollingsmechanisme
B
Het doet niks op het bloedstollingsmechanisme
C
Het activeert het bloedstollingsmechanisme
Slide 32 - Quiz
Wat is trombose?
Slide 33 - Open question
welke vitamines zijn in wateroplosbaar?
A
A en B
B
B en C
C
C en D
D
D en E
Slide 34 - Quiz
Wat is de chemische naam voor vitamine C?
A
colecalciferol
B
pyridoxine
C
ascorbinezuur
D
thiamine
Slide 35 - Quiz
More lessons like this
Farma oefentoets AA3 H 15, H17 en H18
October 2020
- Lesson with
27 slides
Farmacotherapie
MBO
Studiejaar 3
Farma CVRM H15 uitgebreid
May 2023
- Lesson with
48 slides
Farmacotherapie
MBO
Studiejaar 3
Farma CVRM uitgebreid
February 2021
- Lesson with
48 slides
Farmacotherapie
MBO
Studiejaar 3
Farma CVRM H15 uitgebreid
March 2023
- Lesson with
43 slides
Farmacotherapie
MBO
Studiejaar 3
FPZ CVRM H16 hypertensie BH
November 2024
- Lesson with
28 slides
Farmacotherapie
MBO
Studiejaar 1
Farmacotherapie CVRM H15
February 2023
- Lesson with
25 slides
Farmacotherapie
MBO
Studiejaar 3
CVRM sprint 2
February 2021
- Lesson with
20 slides
Farmacotherapie
MBO
Studiejaar 3
Farmacotherapie les CVRM
September 2022
- Lesson with
25 slides
Farmacotherapie
MBO
Studiejaar 3